
Toen ik werd gevraagd een bijdrage te leveren aan deze nieuwe rubriek, wist ik meteen welk woord ik graag zou willen verwijderen uit het woordenboek. De laatste jaren ben ik zeer allergisch geworden voor het woord ‘Bijbels’. Hoe ik mijn best ook doe om me niet aan dit woord te ergeren, het wil maar niet lukken. Laat ik uitleggen waarom.
Ik ben opgegroeid in eerst een evangelische gemeente en later, tot mijn achttiende, in een Gereformeerde kerk. Het woord ‘Bijbels’ werd tijdens diensten en in preken vaak gebruikt. En dan niet alleen in de betekenis van ‘iets of iemand uit de Bijbel’, maar zeker ook in de betekenissen ‘waar’, ‘christelijk’ of ‘wat Jezus of God van ons vraagt’.
Discussies en kritische vragen over geloofskwesties werden vaak de kop ingedrukt met de opmerking: ‘Dit is niet Bijbels’
ans bakker
Discussies en kritische vragen over geloofskwesties werden vaak de kop ingedrukt met de opmerking: ‘Dit is niet Bijbels’. Nu, twintig jaar later, kan ik terugkijken op die tijd in de kerk als bijzonder vervreemdend. Ik mocht eigenlijk geen eigen mening hebben, ik leefde mijn leven eigenlijk ‘niet Bijbels’, ik was eigenlijk niet ‘in Christus’ of bij God. Ik heb me daardoor zo ontzettend uitgesloten gevoeld.
Na mijn studie bedrijfskunde ben ik me meer gaan verdiepen in de Bijbel. Ik kwam erachter dat de Bijbel een verzameling van boeken is, die gedurende vele eeuwen tot stand zijn gekomen. In die boeken lezen we vooral de ideeën, ervaringen, overtuigingen en voorstellingen van tientallen verschillende personen. Fascinerend vond ik hoe de ‘canon’ van de Bijbel is ontstaan: de bepaling welke boeken wel en welke niet ‘Bijbels’ zouden moeten zijn.
Dit bleek een proces geweest te zijn dat eerst door Joodse rabbijnen en schriftgeleerden werd uitgevoerd, en later door de vroege christenen. Hierna ben ik me gaan verdiepen in gnostische teksten die gevonden zijn in Nag Hammadi, en veelal ‘niet Bijbels’ zijn. Er ging een wereld voor me open.
De Bijbel is voor mij inmiddels een boek dat eigenlijk een grote bibliotheek is in een open glazen ruimte. Af en toe betreed ik deze ruimte, maar Ik zie de Bijbel al lang niet meer als ‘Het Woord van God’. Het woord ‘Bijbels’ blijft voor mij een ‘besmet’ woord. Nog steeds worden anderen met dit woord uitgesloten, terwijl dat anno 2023 toch niet meer zou mogen. Of ik een beter woord heb? Nee, misschien kunt u mij helpen er één te vinden!
Ans Bakker, Utrecht
De afgelopen jaren heb ik met veel belangstelling de serie ‘Nieuw christendom’ van Pauline Weseman gevolgd in Volzin. De geïnterviewde personen waren allemaal bijzonder interessante mensen met interessante ideeën. Wat mij vooral interesseerde was een antwoord op de vraag waar ik al langere tijd mee ‘worstel’: hoe gaan we verder met ‘de kerk’ als er geen kerk meer is?
Ik heb het idee dat we nog steeds niet echt onder ogen durven te zien dat de kerk zoals we die sinds vele eeuwen kennen de komende decennia echt gaat verdwijnen in Nederland en andere landen in West-Europa. Dan bedoel ik vooral het fysieke kerkgebouw, de zondagse vieringen en diensten, het lidmaatschap waarvoor betaald moet worden en ‘regels’ of ‘overtuigingen’ onderschrijven.
We blijven hopen op een kerk 2.0 waaraan wellicht een kerngemeenschap van mensen verbonden zal zijn, want: een ‘kerkelijk hart’ zal er toch altijd wel blijven? De meeste geïnterviewde personen voor die serie lijken hier ook van uit te gaan. Al dat gepionier in niet alleen protestantse maar ook katholieke kerken zal toch echt wel tot resultaten leiden? Er zal toch wel een ‘kleine, levendige’ kerk overblijven?
Waarom denken we met elkaar niet alvast na over een ander woord voor de ‘kerk na de kerk’? Dat zou goed zijn voor het gesprek over de toekomst van de kerk!
henk de vries
Mijn kinderen en kleinkinderen maken me vaak duidelijk dat een antwoord op die vragen zeer waarschijnlijk toch zal zijn: ‘Nee, de kerk gaat echt verdwijnen’. Zij hebben geen feeling meer of nooit gehad met de kerk. Hebben een hekel aan de kerk of hebben absoluut geen behoefte aan de kerk. Enerzijds vind ik dat jammer, anderzijds is het misschien wel goed dat de kerk sterft. Maar ook: ik geloof oprecht dat er weer iets nieuws ontstaat na de kerk.
Want: ik ben ervan overtuigd dat er komende jaren, komende decennia alleen maar meer behoefte zal zijn aan (nieuwe) vormen van gemeenschap, aan verdieping en bezieling. Aan plekken waar je mag zijn wie je bent, waar je kunt leren liefhebben. Maar dus niet meer in een kerk of in een kerkelijke vorm.
Waarom denken we met elkaar niet alvast na over een ander woord voor de ‘kerk na de kerk’? Dat zou goed zijn voor het gesprek over de toekomst van de kerk! Waarom blijven we vasthouden aan dat woord terwijl we weten dat dit woord straks vooral iets is wat met onze geschiedenis te maken heeft? Of ik al een goed woord heb gevonden? Ja, wat vindt u van ‘zinplaats’?
Henk de Vries, Den Haag
Wilt u zelf ook een woord schrappen of scheppen? Mail dan onze redactie: redactie@volzin.nu
Heeft u interessante nieuwstips of verhalen te delen over religie, zingeving en samenleving?
Maak kennis met VOLZIN magazine. Digitale abonnementen zijn er al vanaf €1,99 per week.