Gekleed in een smoking, stapt de Amerikaanse acteur Joaquin Phoenix begin februari 2020 het podium op van het Dolby Theatre in Los Angeles. Applaus en gejuich klinken. Op het podium ontvangt hij een goudkleurig beeldje, een Oscar voor zijn hoofdrol in de speelfilm Joker. Hij houdt de prestigieuze prijs niet triomfantelijk omhoog, maar begint meteen zijn speech. Zijn gezicht staat strak, onder zijn ogen zijn wallen te zien, zijn stem klinkt schor. Phoenix grijpt het moment aan om te pleiten tegen onze industriële omgang met dieren: de koeien die we insemineren, zodat ze bevallen van kalfjes en we de melk uit hun volgelopen uiers kunnen wegstelen en in onze koffie kunnen doen.

Niet lang daarna krijgt Phoenix bericht van de Russische documentairemaker Victor Kossakovsky, die net een nieuwe film heeft afgerond: Gunda. Gunda is de naam van een Noors moedervarken, dat centraal staat in zijn in gloedvol en contrastrijk zwartwit gefilmde nieuwe documentaire. De Amerikaan en de Rus blijken geestverwanten te zijn, wat betreft hun aversie tegen de industriële omgang met varkens, koeien en kippen. Beiden willen ons duidelijk maken dat dieren wezens zijn met een innerlijk. Phoenix maakte dat expliciet in zijn bloedserieuze speech tijdens die glamoureuze avond in Hollywood, Kossakovsy doet dat veel implicieter in zijn aartskalme, onnadrukkelijke en allesbehalve prekerige documentaire die nu in de bioscopen wordt uitgebracht.

De Amerikaan en de Rus blijken geestverwanten te zijn, wat betreft hun aversie tegen de industriële omgang met varkens, koeien en kippen

jurgen tiekstra

Op de titelrol wordt Joaquin Phoenix opgevoerd als ‘uitvoerend producent’ van Gunda, een functie die in de regel te maken heeft met de financiering van een filmproject. Maar in de praktijk van Kossakovsky’s film zal Phoenix vooral een rol hebben als publiciteitstrekker, aangezien Joaquin Phoenix een beroemd acteur is. Dat is een groot voordeel, omdat de verstilling en de traagheid van Gunda als nadeel heeft dat de film hondsmoeilijk in de markt te zetten zal zijn.

Al dertig jaar wilde Victor Kossakovsky deze documentaire maken, op basis van een jeugdherinnering: geboren in Sint-Petersburg verbleef hij soms bij familie op het platteland, waar hij als vierjarige bevriend raakte met het varkentje Vasya, dat tot zijn ontsteltenis op een kwade dag geslacht werd. Het lukte hem nooit de financiering voor zijn gedroomde documentaire rond te krijgen, totdat eindelijk een Noors productiebedrijf hem geldsteun toezegde.

Zo is het dier er, en zo is het dier er niet meer. Omdat de mens honger heeft

jurgen tiekstra

De opnames vonden plaats op boerderijen en opvangen in Noorwegen, Spanje en Groot-Brittannië, waar hij behalve varkens ook runderen en kippen observeerde. Maar de meeste aandacht krijgt zoals gezegd het Noorse varken Gunda en haar tweehandenvol biggetjes. Het enige wat in dit deel van de documentaire in wezen gebeurt, is dat de camera van zeer nabij gadeslaat hoe Gunda haar biggen werpt, hoe de biggetjes met grote vitaliteit hun melk drinken uit de tepels van hun moeder, en hoe zij al snuffelend met hun grote, gevoelige snuiten rondstruinen door het gebied rondom het varkenshok.

De film is net zoals Kossakovsky als vierjarige meemaakte, in de Sovjet-Unie van de jaren zestig: hij speelde bij zijn familie maandenlang met het varkentje Vasya, totdat het dier plots geslacht werd voor het diner op oudjaarsdag. Zo is het dier er, en zo is het dier er niet meer. Omdat de mens honger heeft.

Gunda is nu te zien in de bioscopen.