We zitten met een 13-tal Amsterdamse, veelal kerkelijke, initiatieven rond de Zoom-tafel. Onderwerp van gesprek is wat ze de afgelopen tijd hebben gedaan en hoe ze de toekomst zien. Allemaal hebben ze in de afgelopen twee maanden een bijdrage gekregen van ‘Kleine coronahulp’. De vraag die op tafel ligt is: hoe nu verder?

“Hulp nu is keihard nodig, mensen zitten echt zwaar in de problemen, maar wat we ook nodig hebben is een duurzame oplossing! Er is sprake van een armoedeval, we verwachten de komende maanden hele grote vragen en die kunnen we niet als kleine initiatieven en fondsen alleen kunnen oplossen.”

‘Kleine coronahulp’

Het initiatief ‘kleine coronahulp’ is half maart door de Haëlla Stichting, samen met Fonds 1818, opgezet. Haëlla zag al snel aankomen dat er door de intelligente lockdown op drie terreinen grote problemen zouden komen waar kleine burgerinitiatieven in zouden gaan springen: ‘armoede’, ‘mensen zonder papieren en daklozen’ en ‘eenzaamheid’.

Haëlla heeft veel ervaring met het financieren van kleine projecten, kiemen voor nieuwe ideeën en projecten dicht bij mensen en vrijwilligersinitiatieven die in de haarvaten van de samenleving zitten. Kleine visioenen van hoop en kiemen die kunnen ontspruiten: dat is waar het bij Haëlla om gaat. Met een snel gebouwde website en een simpele procedure werd binnen een week gestart. Eerst met twee fondsen, maar binnen twee weken waren er al 20 vermogensfondsen die mee wilden doen.

Inmiddels zijn er 115 projecten gefinancierd en de aanvragen blijven binnenkomen. Van muziek bij verzorgingstehuizen tot voedsel voor mensen die niet bij de voedselbank terecht kunnen maar het wel nodig hebben en van online kunstbijeenkomsten voor mensen met psychische problemen tot voedselhulp aan ongedocumenteerden die hun baan in horeca en schoonmaak kwijt zijn.

Korte en lange termijn

Het meest schrijnend is de constatering dat er een enorme groep mensen is die het voor de crisis eigenlijk net redde, en nu niet meer. Die niemand nodig had, maar nu wel. Mensen die niet in beeld zijn bij voedselbank of hulpverlening, die een euro te veel verdienen, die bang zijn voor registratie of die hun inkomen van de ene op de andere dag hebben zien wegvallen en nergens aanspraak op kunnen maken. Al deze ‘Kleine coronahulp’-initiatieven zijn op dat probleem ingesprongen.

Maar: zijn deze initiatieven dé oplossing? Ja en nee. Voor de korte termijn zijn ze zeker de oplossing. Er zijn eindeloos veel akelige verhalen over mensen die echt te weinig te eten hebben, die hun huur niet meer kunnen betalen en die wanhopig zijn. Daarvoor moet een kortetermijnoplossing zijn, en deze organisaties bieden die.

Het meest schrijnend is de constatering dat er een enorme groep mensen is die het voor de crisis eigenlijk net redde, en nu niet meer

Elise Kant

Tegelijk legt de coronacrisis genadeloos het falen van het systeem bloot. Alsof de verschillende werkelijkheden van aantallen en echte mensen onder een genadeloze lamp zijn gelegd. Wat je ziet kun je niet meer niet zien. We weten ook dat dit nog lang gaat duren, en dingen voorgoed zijn veranderd, al weet niemand precies wat en hoe.

Voor de lange termijn moeten er andere oplossingen komen. Daarvoor moeten mensen uit alle werkelijkheden bij elkaar zitten en samen naar oplossingen zoeken. Als klein stapje daarin bracht Haëlla dus fondsen en aanvragers uit Amsterdam bij elkaar. En daar zitten we nu mee in een Zoom-overleg. Dertien initiatieven, 3 fondsen.

Stijging vraag om hulp

Alle initiatieven hebben een bijdrage gekregen van ‘Kleine coronahulp’ aan ongedocumenteerden (die onder de radar willen blijven), dak- en thuislozen, eenzame alleenstaanden, eenzame ouderen, migranten gezinnen met complexe problematiek via GGD, mensen met voedselnood via sleutelfiguren in de wijk, mensen die niet buiten komen (inclusief tijdelijk zieken) en mensen die niet meer terecht kunnen in de opvanghuizen, buurthuizen, kerken en moskeeën.

Alle initiatieven zijn snel begonnen met hulp. En allemaal hebben ze de vraag ongelofelijk zien stijgen. Met name onder mensen die zich twee maanden geleden net zelf konden redden. De grote groepen mensen die in de parallelle economie werken. Mensen zonder papieren die het allemaal konden redden dankzij banen in horeca en schoonmaak en nu geen werk meer hebben. En die ondanks versoepelingen van de coronamaatregelen ook geen goede vooruitzichten hebben op werk. Schoonmaakhulp wordt op grote schaal gestopt omdat mensen bang zijn voor besmettingen, en de horeca gaat maar zeer beperkt open.

“We begonnen met 20 mensen die vroegen om hulp. Toen waren het er 220, en nu al meer dan 500”, geeft iemand aan. Een ander bevestigt dit: “Ja bij ons ook, ik moest van de week zelfs mensen wegsturen”. De verhalen buitelen over de Zoom-tafel. Indrukwekkend is de daadkracht van de mensen die hier aan het woord zijn. Ze kunnen het niet aanzien.

Visioen van vrede en recht

Dat is precies waarom Haëlla het voortouw heeft genomen in het opzetten van ‘Kleine coronahulp’. Ik vind het een voorrecht om bij Haëlla te werken. Het is die inspirerende mengeling van een visioen van vrede en recht mogelijk proberen te maken door mensen te ondersteunen die tegen alles in aan dat visioen bouwen. En tegelijk om samen op te trekken met andere vermogensfondsen zodat je ook daadwerkelijk een verschil kunt maken. Een verantwoordelijkheid, een uitdaging en een bron van inspiratie in één.

Ooit werkte ik in oorlogsgebieden en vroeg me af waar God in hemelsnaam gebleven was. Ik vond God terug in de mensen die deden. Die omkeken, luisterden, vasthielden, zongen en dansten tegen de verdrukking in. Zo ook deze mensen aan de Zoom-tafel. Ze zien nood, ze zien dat de structurele oplossing er niet morgen al is, dus gaan ze nu aan de slag en motiveren anderen om mee te doen.

Onzichtbaar

Allemaal hebben ze te maken met minstens een verdubbeling van de hulpvraag naarmate de crisis langer duurt. Dat zijn niet alleen vragen om voedsel maar ook vragen om aandacht van zeer eenzame mensen. Dat is soms nog best ingewikkeld, want de voedselprojecten zijn echt bedoeld voor mensen die het ook financieel niet trekken. Mensen weigeren is moeilijk. Mensen wel aandacht geven is wat ze uit alle macht proberen. Maar wat schokkend is, is dat er zoveel mensen blijken te zijn die onzichtbaar waren. Alleen zichtbaar achter hun deuren. Overal buiten beeld.

Dat is precies waar de kracht ligt van deze kleine initiatieven. Ze staan dichtbij mensen. Wat opvalt, is dat ze mensen bereiken die de officiële instanties niet bereiken. Sterker nog: die instanties vragen die kleine initiatieven vaak om hulp en verwijzen zelfs mensen naar ze door. Deze mensen bereiken de haarvaten van de samenleving en daarmee mensen die nergens recht op hebben en mensen die bang zijn om zich ergens te registreren. Zo blijft de problematiek ook onzichtbaar in de officiële cijfers.

Elise Kant
Elise Kant© Wim Hoogland

Aanstekelijk

Zoals bij elk maatschappelijk thema lijkt er sprake van naast elkaar bestaande werkelijkheden. Die van het grote instrumentarium en de cijfers, naast de verhalen uit de praktijk van de mensen die overal buiten vallen, die een onbekend probleem hebben, die een euro te veel verdienen of niet passen in de regels. Of die gewoon heel veel pech hebben. Het is dankzij deze kleine initiatieven waar soms wel eens wat smalend over gedaan wordt – ‘Is dat wel structureel?’ – dat die mensen, nu kwetsbaarder dan ooit, worden bereikt.

De mensen om de Zoom-tafel zien hun mogelijkheden maar ook de grenzen daarvan en daarmee de uitdagingen voor de maatschappij als geheel. Het zijn kerkelijke en niet kerkelijke initiatieven. Wat verder opvalt, is dat er een hele nieuwe generatie vrijwilligers lijkt te zijn opgestaan. Dat is hoopgevend, zeker na de sombere voorspellingen van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) twee jaar geleden dat met het krimpen van de kerken ook het aantal vrijwilligers in de samenleving sterk zou dalen.

Als de coronatijd iets bewijst, is dat er steeds nieuwe mensen opstaan

Elise Kant

Als de coronatijd iets bewijst, is dat er steeds nieuwe mensen opstaan. Een voorbeeld uit Den Bosch maakt dat duidelijk. Binnen een week waren er 120 (nieuwe!) vrijwilligers die zich in wilden zetten voor mensen in hun omgeving, boodschappen, koken, telefooncirkels en acute hulp. Soortgelijke ervaringen waren er ook in Tilburg, Haarlem en andere plaatsen. Het sombere beeld van het SCP lijkt dus niet te kloppen.

Ik ben geraakt door de vele mensen die mij belden uit alle lagen van de samenleving met hun initiatief en hoe aanstekelijk ze bleken te werken. Van de vrolijke vrouwen die op de fiets de kwekers in het Westland affietsten om bloemen te kopen voor verzorgingshuizen en te zorgen dat de kwekers toch bleven verdienen in maart, tot de intens bewogen vrijwilligers in Amsterdam die mensen uit Brazilië die tot half maart een baan hadden nu te hulp komen.

Iemand of een kleine organisatie heeft een idee, en in no time worden dingen opgezet. En echt belangrijk: allemaal zoeken ze de samenwerking, met de gemeente, met elkaar, met de instanties. Dat geldt ook voor migrantenkerken, bepaald niet de rijkste kerken, die erom bekend stonden zelf hun diaconale taak te vervullen zonder hulp van buitenaf, maar die nu zoveel vraag krijgen dat ook zij op zoek gaan naar andere financiering en samenwerking.

Toekomst

De winst van de coronacrisis, hoe gek het ook klinkt, is dat processen van samenwerking op een ongekende manier versneld zijn. Dat dingen die onoplosbaar vast leken te zitten, blijken te zijn losgewrikt. Dat vrijwilligers uit alle lagen en delen van de samenleving opstaan en dat die geest van saamhorigheid niet zomaar weer zal verdwijnen. Problemen zijn blootgelegd, zichtbaar gemaakt. Daar ligt nu de grote uitdaging.

Wat mij het meest raakt, is dat gesprekken over de toekomst zo afhangen van met wie je praat. De echte nood in deze verhalen staat naast de institutionele aanpak van instanties. Dit wordt nog ingewikkelder gemaakt door het constateren dat de verschillen per gemeente ongelofelijk groot zijn en je dus niet kunt generaliseren. Op maar heel weinig plaatsen zitten alle actoren ooit samen aan tafel. De werkelijkheden blijven naast elkaar bestaan, eigenlijk tot zorg van iedereen.

De uitdaging die voor ons ligt is die werkelijkheden bij elkaar brengen en ongelofelijk goed naar elkaar luisteren. Als ons dat allemaal lukt, dan heeft de coronacrisis als ongekende katalysator van iets goeds gewerkt. Als ons dat niet lukt, dan is het een katalysator geworden van een drama dat zich al jaren voltrekt maar nu voor nog veel meer mensen fataal kan worden.

Samen zoeken we naar de grotere verandering én de kleine oplossingen in het hier en nu

Elise Kant

Gelukkig zie je steeds meer dat mensen zich daar bewust van worden. En zo zitten fondsen aan tafel met de gemeenten en grote en kleine initiatieven in Amsterdam. Zij vinden gedachten voor duurzaam systeemdenken. Maar de uitdaging mag nog groter zijn, nog verder gaan. Zoals Derk Loorbach, hoogleraar sociaaleconomische transitie aan de Erasmus Universiteit, die de fondsen uitdaagde in een sessie over de toekomst om voorbij oplossingen te denken, en juist een kritische agenda te financieren. Om te leren, een vinger te krijgen achter systemische fouten en niet door te gaan met hetzelfde in stand te houden en om communities te bouwen van mensen die zoeken naar nieuwe manieren uit alle verschillende soorten en richtingen. Uit die verschillende werkelijkheden.

Als je de virtuele tafel rondkijkt zie je bewogen mensen, die zich met hart en ziel inzetten voor andere mensen. Die denken in oplossingen en een vergezicht hebben van rechtvaardigheid voor iedereen. Mensen met wie we vanuit Haëlla en ‘Kleine coronahulp’ heel graag samenwerken. Samen zoeken we naar de grotere verandering én de kleine oplossingen in het hier en nu. Mensen met een vergezicht van vrede en rechtvaardigheid die zich met hart en ziel inzetten. Mooier bestaat niet.

Elise Kant is directeur van de Haëlla Stichting. Voor meer informatie over vragen over ‘Kleine coronahulp’: info@haella.nl.