
De VOLZIN-lezing van Fokke Obbema in oktober 2021 stond in het teken van het levensverhaal. Het bleek een inspiratiebron te zijn voor onze lezers. We vroegen u om uw levensverhaal met ons te delen. Deze maand het verhaal van Peter Mulder.
Het is al weer een aantal maanden geleden dat ik in Volzin, waar ik gevoelsmatig al mijn hele leven en met grote tevredenheid op ben geabonneerd, een berichtje las van de redactie over het toesturen van persoonlijke levensverhalen. Aanvankelijk dacht ik dat dit niks voor mij zou zijn. Zo bijzonder was en is mijn leven nou toch ook weer niet?
Na gesprekken met mijn vrouw en vrienden heb ik besloten toch mijn verhaal met u te delen. Ik zeg er meteen bij: ik hoop niet dat ik ouders of kinderen met mijn woorden kwets. Ik geef slechts mijn eigen ervaringen, ideeën en overtuigingen, in de hoop dat er wat vaker eerlijker over het ‘krijgen van kinderen’ gepraat kan worden.
Ik ben in 1944 geboren in Friesland, Noord-Nederland, in een groot Gereformeerd gezin in de buurt van Drachten. Mijn ouders kregen maar liefst zeven kinderen, waarvan ik de jongste was. Drie jongens en vier meisjes. Mijn jongste zus overleed toen ze drie was. Wat een onvoorstelbaar verdriet was dat. Waarom mijn ouders zoveel kinderen wilden? Dat was in die tijd in sommige kringen vrij normaal. In onze Gereformeerde kerk had je vroeger veel meer grote gezinnen.
Mijn ouders vertelden me vaak dat ze het belangrijk vonden om veel kinderen te hebben
peter davidse
Mijn ouders vertelden me vaak dat ze het belangrijk vonden om veel kinderen te hebben. Dat ‘hoorde niet alleen zo’, familie was toen veel belangrijker dan nu. Ook vonden ze het belangrijk om er ‘op hoge leeftijd’ niet alleen voor te hoeven staan. Mijn vader zei: “Peter, jij bent nu mijn kind, later word ik misschien ooit weleens jouw kind”. Ik begreep daar als kind uiteraard helemaal niks van, maar bijna vijftig jaar later kreeg hij gelijk. Hij werd ernstig ziek en raakte volledig van mijn hulp en die van mijn broers en zussen afhankelijk – als een klein kind. Gelukkig heeft mijn moeder dit niet mee hoeven maken, want ze overleed een paar jaar voordat duidelijk werd dat mijn vader niet lang meer te leven had.
Mijn ouders hadden een broodbakkerij. ’s Nachts brood bakken, ’s ochtends en ’s middags brood verkopen. Het maken en verkopen van brood stond centraal in mijn jeugd. Ik hielp vaak mee in de winkel. Mijn broers en zusters deden dat ook wel, maar op de een of andere manier voelde ik me zo verantwoordelijk voor met name de winkel, dat ik er soms hele dagen te vinden was, ook op zaterdag. Mijn ouders vonden dat prima. Immers: betaalde hulp was amper nog nodig. Toen ik klaar was met de middelbare school, was de vraag: en nu? Heel even heb ik er over nagedacht om de bakkerij en winkel van mijn ouders over te nemen, maar dat voelde toch niet goed. Ik kwam er vrij snel achter dat ik graag meester wilde worden, het leek me erg leuk om les te mogen geven op een basisschool.
Misschien was mijn aardige meester uit de hoogste klas wel mijn grote inspiratiebron. Maar liefst dertig jaar ben ik onderwijzer geweest. De drukte van vroeger, van tijdens mijn jeugd, heeft mij altijd negatief beïnvloed. Ik ben altijd een onrustige man geweest, altijd heb ik moeite gehad om me te concentreren. Jammer dat ik hierover met mijn ouders nooit hebben kunnen praten. Misschien is die onrust ook wel de oorzaak van de vrij slechte relatie die ik met mijn broers en zussen had en heb.
Toen ik achtentwintig was, leerde ik mijn vrouw kennen. Ook zij was werkzaam in het onderwijs, Gereformeerd, ze kwam uit een groot gezin, én ze was opgegroeid in Noord-Nederland. Nog steeds zijn we bij elkaar als man en vrouw. We hebben een goed leven gehad. Het rare voor veel mensen, waaronder vrienden en familieleden, is altijd geweest dat we bewust kinderloos hebben willen leven: wel werken met kinderen, maar zelf bewust geen kinderen willen. Niet omdat het biologisch gezien onmogelijk was, maar omdat we om verschillende redenen gewoon geen kinderen wilden. Dat is niet een besluit geweest van de ene op de andere dag.
Voor ons werd gaandeweg het argument van overbevolking op deze wereld steeds belangrijker in combinatie met het verschrikkelijke leed in deze wereld. Wij in het westen leven in luxe, maar op veel andere plekken is er veel armoede. Als je hier met een meer religieuze bril naar kijkt: waarom heeft God de wereld zo gemaakt dat er elke dag weer zo verschrikkelijk veel pijn en verdriet is bij miljoenen mensen? En ja, we hadden dankzij ons onderwijswerk niet alleen maar een positief beeld van ‘kinderen krijgen’.
Ik vergeet nooit meer het moment dat we oprecht tegen elkaar uitspraken: ik houd heel veel van je, maar had ik dit leven nou voor geen goud willen missen?
wim davidse
In veel gezinnen waren heel veel problemen. In sommige onderzoeken werd duidelijk dat het hebben van kinderen niet per se gelukkiger maakt. Ik vergeet nooit meer het moment dat we oprecht tegen elkaar uitspraken: ik houd heel veel van je, maar had ik dit leven nou voor geen goud willen missen? Nee. Daarvoor is het leven te veel lijden. Dat klinkt boeddhistisch, maar we voelden dit heel erg diep van binnen. Dat valt niet in christelijke of boeddhistische termen te omschrijven.
We leven in gevaarlijke, hectische en pijnlijke tijden. De coronacrisis was amper (grotendeels) voorbij, of er begon een nieuwe crisis in Oekraïne. Ik vrees dat deze crisis komende periode niet beperkt zal blijven tot Oekraïne en Rusland. Ik denk dat we aan de vooravond staan van een veel groter internationaal conflict. Nee, ik ben niet bang voor een Derde Wereldoorlog, maar wel vergeten we vaak wat de impact kan zijn van bijvoorbeeld cyberaanvallen op belangrijke systemen en organen in onze samenleving. Het is een illusie om te denken dat onze ‘onlinewereld’ veilig is. Ook op andere terreinen in ons leven maken we de laatste tijd crisis na crisis mee. De landbouwcrisis, de crisis in de huizenmarkt, de klimaatcrisis en ga zo maar door.
Elke dag weer denk ik: wat ben ik blij dat ik nu geen tiener of student ben. Wat ben ik blij dat ik geen kinderen heb, want wat leven we in een bizarre wereld. Nee, het idee van kinderen als ‘oudedagsvoorziening’ spreekt me niet aan. Ik red mezelf wel. Ja, ik weet niet wat ik mis. Het wordt me zo vaak gezegd: je weet niet waarover je het hebt, je weet niet wat je mist. Dat klopt, ik zal nooit weten hoe het is om kinderen te hebben. Maar dat is prima. Laten we eerlijk het gesprek hierover voeren, want niet voor iedereen is het krijgen van kinderen wenselijk.
Heeft u interessante nieuwstips of verhalen te delen over religie, zingeving en samenleving?
Maak kennis met VOLZIN magazine. Digitale abonnementen zijn er al vanaf €1,99 per week.