‘Nederigheid? Ik weet niet of dat wel bij ons past,” is de reactie die ik tijdens mijn bezoek aan het Jeannette Noëlhuis telkens weer hoor wanneer ik over het thema van deze Volzin-themaweek vertel. Nederigheid roept associaties op met klein zijn, je stilhouden, de Jezus van de andere wang. Maar diezelfde Jezus was óók een rebel, gooide de marktkramen van de handelaars op het tempelplein omver. Het is juist de combinatie van die beide kanten van Jezus waar de bewoners van het Noëlhuis hun inspiratie uit halen, vertelt een van hen: “Als er onrecht is, moet je daartegen opstaan. Jezus hield zich ook niet stil. Ze hebben hem niet voor niets aan het kruis genageld.”

Aan tafel

Op de voordeur van het huis in een appartementenblok in Amsterdam Zuidoost zit een sticker met de tekst ‘Kernwapenvrij verklaarde woning’ die rechtstreeks uit de jaren ’80 lijkt te komen. Achter de deur bevindt zich een ruimte die op het eerste gezicht wel iets weg heeft van een gezellig studentenhuis. Er is een ruime keuken/eetkamer, een werkkamer waar door enkele leden van de gemeenschap aan een nieuwsbrief wordt gewerkt en een stuk of tien kamers aan één lange gang die bewoond worden door vaste en tijdelijke bewoners. De vaste bewoners zijn Nederlanders; de tijdelijke bewoners zijn migranten zonder vaste verblijfstatus. Een van de kamers is ingericht als kapel, op de muren hangen iconen van onder anderen Mahatma Gandhi en Dorothy Day. Er rennen een paar kinderen door de gang.

Als er onrecht is, moet je daartegen opstaan. Jezus hield zich ook niet stil. Ze hebben hem niet voor niets aan het kruis genageld

Jeannette Noëlhuis

Als om zes uur de bel gaat, begeven alle bewoners zich naar de keuken. “De maaltijd is een belangrijk onderdeel in het gemeenschappelijk leven van het huis,” legt kerngroepslid Sofie Jansen (27) uit. “Overdag is iedereen vaak druk met zijn eigen dingen, maar hier ontmoeten we elkaar. Er wordt van je verwacht dat je minstens vier avonden in de week thuis eet”. Terwijl iedereen aan tafel schuift, wordt de dag doorgenomen; een van de ‘huisgenoten’ (zoals de tijdelijke bewoners worden genoemd) is net terug van de tandarts waar hij zijn kies heeft laten trekken. Zijn vader laat met een pijnlijk gezicht de tand zien, maar het jongetje zelf lijkt het alweer vergeten en is druk bezig met een speelgoedauto.

Op het menu staat injera, een dikke Eritrese pannenkoek gegeten met verschillende groenten en sauzen. Van alle kanten worden borden doorgegeven en volgeschept vanuit grote pannen. De kok van vanavond, Eden, kijkt vanaf een afstandje tevreden toe.

Catholic Worker-beweging

De Catholic Worker-beweging vindt haar oorsprong in de jaren 1930 in Amerika. Dorothy Day en Peter Maurin richtten een krant op met de naam The Catholic Worker. De beweging die hieruit voortkwam, stelde zich ten doel te leven ‘in overeenstemming met de rechtvaardigheid en goede werken van Jezus Christus’. Inmiddels zijn er wereldwijd ruim tweehonderd Catholic Worker-gemeenschappen die ieder op hun eigen manier vorm geven aan dit ideaal. Gedeelde waarden in alle gemeenschappen zijn gastvrijheid en zorg voor armen en gemarginaliseerden in combinatie met actie voor een betere wereld.

Het Jeannette Noëlhuis in Amsterdam werd in 1988 opgericht door drie vrienden die elkaar kenden van de Catholic Worker in New York. Het huis begon in een kleine flat in de Bijlmer met vijf kamers, waarvan er één als kapel was ingericht. Na een aantal verhuizingen binnen Zuidoost kreeg de gemeenschap in 2005 het huidige pand toegewezen, bestaande uit drie samengevoegde appartementen, waardoor het huis een flinke groei doormaakte. De gemeenschap in en rondom het Noëlhuis is net als de hele Catholic Worker-beweging losjes georganiseerd.

Naast de kerngroep van zeven bewoners die zich volledig toeleggen op het gemeenschapsleven en een cirkel van betrokken vrijwilligers, zijn er altijd gemiddeld twaalf tijdelijke bewoners, migranten zonder verblijfsstatus, die gemiddeld zo’n 14 maanden in het huis verblijven. De naam van de gemeenschap komt van de New York Catholic Worker Jeannette Noël (1916-2006), die met haar ‘warmte, gastvrijheid, geloof en ruimdenkendheid’ een belangrijke inspiratie voor de oprichters was.

Huis en wereld

De ‘kerngroep’ van het Noëlhuis bestaat uit momenteel zeven mensen die ervoor kiezen het grootste deel van hun tijd aan het gemeenschapsleven te wijden. Ze werken niet – of hooguit een klein beetje – voor geld en gebruiken hun tijd om zich in te zetten voor het huis en de wereld. De combinatie van die twee is kenmerkend voor de gemeenschap, vertelt Jansen: “Ik vind het belangrijk om me in navolging van Jezus in te zetten voor een betere wereld. Dat doen we hier onder andere door een thuis te bieden aan mensen die anders geen thuis zouden hebben, maar het is evengoed belangrijk om naar de grotere structuren in de samenleving te kijken.

Je kunt de vluchtelingenstroom als gevolg van gewapende conflicten bijvoorbeeld niet los zien van onze pensioenfondsen die met hun investeringen bijdragen aan de wapenhandel. En je eigen consumptiegedrag staat niet los van klimaatverandering.”

Een belangrijk thema dat het huis op het moment bezighoudt is de vernieuwing van Amerikaanse kernwapens op Europees grondgebied. “Op verschillende plaatsen in Europa, waaronder het Brabantse Volkel, zijn bij elkaar zo’n 180 kernbommen opgeslagen en zijn soldaten getraind om deze te gebruiken. Vanaf 2020 worden de oude bommen afgedankt en dreigt er een nieuwe generatie ‘betere’ kernbommen te komen. Daar verzetten we ons tegen, onder andere met demonstraties en door ons in te zetten voor meer bewustwording.”

Jeannette Noëlhuis
Maaltijd in het Noëlhuis. Aan de muur een portret van de inspiratoren: Dorothy Day, Mahatma Gandhi en ds. Martin Luther King.© Maarten Boersema

Wanneer het over dergelijke maatschappelijke thema’s gaat, wordt de inspiratie van Jezus als rebel goed zichtbaar. Een gezonde portie burgerlijke ongehoorzaamheid wordt niet geschuwd wanneer het op de strijd tegen onrecht aankomt. Kerngroeplid Margriet Bos (32) heeft zich onlangs nog bij klimaatprotesten bewust laten arresteren om te zorgen dat de zaak voor het gerecht zou komen. De publieke aanklager trok de aanklacht helaas in. Een andere bewoonster, Susan van der Hijden, heeft al eens zeven maanden vastgezeten, nadat ze een vrachtwagen die speciaal gebouwd was om kernkoppen mee te vervoeren onklaar had gemaakt.

Bruggen verbranden

De Catholic Worker-beweging, en daarmee ook het Noëlhuis, worden gekenmerkt door de afwezigheid van een vaste hiërarchie of structuur. Er zijn bewoners die niet tot de kerngroep behoren, zij werken bijvoorbeeld wel en dragen financieel bij voor hun kost en inwoning; evengoed zijn er mensen die actief bij het huis betrokken zijn, maar er niet wonen. Hoewel je er dus niet ‘aan vast zit’, lijkt het mij niettemin een grote stap om te kiezen voor een leven dat is toegewijd aan de vrede, zeker aangezien veel kerngroepleden behoorlijk jong zijn. Ik mag zelf dan wel onder de indruk van het leven hier zijn, de gemiddelde toekomstige werkgever zal daar toch anders over denken.

Je maakt keuzes en daarmee verbrand je de bruggen achter je. Dat hoort bij het leven toch?

frits de kuile

Frits ter Kuile (56), die al bijna sinds de start van het huis tot de kerngroep behoort, hoort mijn twijfels aan en lacht. “Je maakt keuzes en daarmee verbrand je de bruggen achter je. Dat hoort bij het leven toch? Ik ben al van jongs af aan betrokken bij de vredesbeweging; dat werd door de conservatieve omgeving waarin ik opgroeide niet gewaardeerd. Had ik het daarom moeten laten?” Sofie Jansen vertelde eerder die avond al iets vergelijkbaars: “Als je een fulltimebaan hebt en huur betaalt, kies je evengoed voor een weg waarmee je andere wegen uitsluit. Alleen zou dat een weg zijn die totaal niet past bij waar het leven voor mij om gaat. In het Noëlhuis krijg ik de kans te leven vanuit gastvrijheid, anderen te helpen en me in te zetten voor duurzaamheid en vrede. Ik kan me moeilijk een betere keuze voorstellen.”

Huisgenoten

Of zoveel diversiteit in één huis soms niet moeilijk is? “Het is net als met andere huisgenoten. Iemand doet zijn schoonmaaktaak niet, of heeft andere ideeën over wat schoonmaken is. Het zijn net mensen,” lacht Bos. Natuurlijk merk je heus wel dat er culturele verschillen zijn, vult Gerritjan Huinink, een van de vrijwilligers die niet in het huis woont, aan. “Maar die vind ik vaak eerder verrijkend dan belemmerend. Van de week ging ik bijvoorbeeld even bij een van de huisgenoten langs om iets praktisch te bespreken. Ik wilde meteen to the point komen, maar hij heette me eerst welkom in zijn kamer, bood me thee aan, vroeg hoe het ging.”

Jeannette Noëlhuis
'Het gebed maakt ons tot wie we zijn'© Maarten Boersema

Zelfs bij gevoelige kwesties staan culturele verschillen het samen mens-zijn zelden in de weg. “Wanneer je met iemand samenwoont, zie je de mens achter de culturele of politieke constructen,” vertelt Bos. “Het mooiste voorbeeld daarvan is dat hier een tijdje een jongen woonde die gevlucht was vanwege zijn geaardheid. Hoewel hij aan alle kanten uitstraalde dat hij homo was, was iedereen dol op hem. Veel van de huisgenoten komen uit landen waar homoseksualiteit verboden is en staan daar ook achter. Maar met hem hadden ze geen moeite, ‘want hij is gewoon Ehab’.”

Gebed

Na de maaltijd wordt gezamenlijk afgewassen, daarna gaat iedereen langzaamaan weer zijn eigen weg. De kerngroep blijft vanavond wat langer zitten, want er moeten bedankkaartjes geschreven worden aan de donateurs. Dat gaat met de hand, met een persoonlijke boodschap. “Zij maken ons leven hier immers mogelijk en velen van hen kennen we persoonlijk.”

Om acht uur wordt de bel weer geluid, deze keer voor het woensdagavondgebed. De viering in de kapel heeft wel wat weg van een kloostergebed; ingetogen en met een recitatie uit de psalmen. Er is een stilte, ingeluid met een klankschaal. De ‘overweging’ houdt in dat ieder die dit wil zijn gedachten over de lezing kan delen.

“Wanneer je met iemand samenwoont, zie je de mens achter de culturele of politieke constructen

margriet bos

Het valt mij op dat bij het gebed slechts één tijdelijke bewoner aanwezig is. “Het staat iedereen vrij wel of niet aan het gebed deel te nemen,” legt Gerard Moorman (58), een van de drie oprichters van het huis, achteraf uit. “De meeste huisgenoten hebben een andere geloofsovertuiging en gaan naar hun eigen gemeenschappen.” Overigens verschilt de geloofsbeleving bij de vaste bewoners en vrijwilligers onderling evengoed sterk. “De een is evangelicaal, de ander vrijzinnig. Sommigen zouden zich denk ik zelfs niet zomaar gelovig durven noemen.” Toch is het gebed volgens Moorman wel een belangrijk onderdeel van het leven in huis. “Het maakt ons wie we zijn. Het zou toch een andere plek zijn zonder de kapel en het gebed. Dat zie ik uiteindelijk ook terug bij de huisgenoten, het schept op een bepaalde manier vertrouwen dat ze zien vanuit welke inspiratie wij dit allemaal doen.”

U leest een artikel uit het rijke archief van religiejournalistiek van Volzin. Dit artikel verscheen in april 2019 in Volzin Magazine.