We zitten aan dezelfde ruwhouten tafel als bijna vier jaar geleden, in haar woning in hartje Utrecht. Toen ging het gesprek over haar boek Hersenbeest, waarmee Marjan Slob als eerste vrouw de Socratesbeker won, de jaarlijkse prijs voor het meest urgente en prikkelende Nederlandstalige filosofieboek. Nu gaat het over De lege hemel. Over eenzaamheid (2020), waarmee ze opnieuw genomineerd werd. Ook stond het boek op de shortlist voor het Beste Spirituele Boek van dit jaar. Helaas viel ze dit keer niet in de prijzen, maar de weerklank die haar jongste pennenvrucht nog altijd heeft, stemt haar dankbaar.

Terwijl ze koffie zet, komt hondje Fien enthousiast aanzetten met een stok. In De lege hemel noemt haar baasje haar een tijdruimtereiziger. Dat wil zeggen dat ze herinneringen heeft en zich in beweging kan zetten om haar behoeften te stillen, zoals een stok om mee te spelen. Zich een andere wereld voorstellen, daartoe is ze echter niet in staat. “Maar mensen kunnen dat. Die maken zich voorstellingen van dat wat zou kunnen zijn, en zetten die dromen soms nog om in daden ook. Dan heet het dat je bevlogen bent, of idealen hebt. Fien is niet bevlogen,” schrijft Slob. Arme Fien. Of is ze juist te benijden?

Nageboorte

Met die vraag zijn we meteen aanbeland bij de kern van het boek. “Wij mensen zijn tijdruimtereizigers dankzij ons vermogen tot zelfreflectie, waardoor we van een afstand naar onszelf kunnen kijken en onszelf in andere tijden of op andere plaatsen kunnen voorstellen. Door middel van het denken en de taal kunnen we daarnaar uitreiken. We pendelen voortdurend heen en weer, we nemen afstand tot onszelf en keren weer terug. De manier waarop we dat kunnen is niets minder dan een wonder. Het is een vermogen dat een enorme rijkdom in zich draagt, maar het kan zich ook tegen ons keren.”

Je kunt je dan misplaatst voelen in de wereld, terwijl je er gewoon bént. Dan lijd je aan een gebrek aan verbinding. Dat is mijn definitie van eenzaamheid

marjan slob

Hoe dan? “Dankzij je denk- en voorstellingsvermogen kun je je een ander leven voorstellen. Als je huidige leven niet overeenstemt met hoe je het voor jezelf zou hopen, kan dat maken dat je je niet verbonden meer voelt met het leven dat je daadwerkelijk leidt. Je kunt je dan misplaatst voelen in de wereld, terwijl je er gewoon bént. Dan lijd je aan een gebrek aan verbinding. Dat is mijn definitie van eenzaamheid.” Dat gebrek aan verbinding beziet Slob ruim. “Je kunt niet verbinding staan met de natuur, je kunt anderen missen. Maar ook jezelf.”

Of God, zoals de filosoof en wiskundige Blaise Pascal meemaakte, die God in het heelal hoopte te vinden maar slechts op een lege, zwijgende, ijskoude oneindigheid stuitte. “Voor Pascal was het moeilijk te verteren dat hij niet via de natuur met God in contact kon staan, terwijl hij wel in Hem geloofde. Ik heb zelf geen religieuze achtergrond, daardoor ga ik er soms teveel van uit dat je als gelovige altijd God nog hebt. Ik heb me niet gerealiseerd dat je je ook van God afgesloten kunt voelen, zoals Pascal. Dat moet een afschuwelijke vorm van eenzaamheid zijn. Hoe angstwekkend om te ervaren dat je niet met je verstand in contact komt met Gods plan, maar alleen die onmetelijke ruimte en de onverschilligheid van de planeten om je heen voelt. Dat je ervaart hoe alles zich zonder jou voltrekt. Dat kan ik wel meevoelen.”

Eenzaamheid is dus de pijnlijke keerzijde van ons vermogen tot zelfreflectie, tot tijdruimtereizen. In haar boek noemt Slob eenzaamheid daarom ‘een nageboorte van reflectie en zelfreflectie’, een ‘diep menselijk vermogen om te lijden aan dat wat er niet is’. “Lijden aan je vermogen tot zelfreflectie, dat heeft iets tragisch. Maar een beetje provocerend noem ik het ook wel een talent. Want zie eens hoe complex eenzaamheid is en wat een menselijk vermogen daarin schuilt om die überhaupt te kunnen voelen. Mensen kunnen niet alleen op verschillende manieren aan eenzaamheid lijden, maar ook in verschillende gradaties.”

Fien ligt inmiddels te slapen. Misschien is ze met haar beperkte vermogen tot tijdruimtereizen inderdaad te benijden. Als je daardoor niet in een gat tussen twee werelden kunt vallen, is het misschien niet erg om niet bevlogen te kunnen zijn.

Denkende materie

De mens ontkomt echter niet aan het gevoel van eenzaamheid, wat trouwens iets anders is dan een emotie, verklaart Slob: “Een emotie welt spontaan op uit je lichaam.” Niet uit je ziel? “Nee, ik ben niet religieus in de zin dat ik denk dat er twee substanties zijn: een ziel en een lichaam. We zijn materie die over zichzelf nadenkt. Daarom is het voor mij een uitdaging om dat wat veelal tot het domein van de ziel of de geest wordt gerekend, te zien als een manifestatie van de natuur, van het lichaam dus. Toch denk ik daarbij niet reductionistisch, maar erken ik de schoonheid en de volheid van het bestaan ten volle.”

Gevoel is de manier waarop je als levend lichaam je toestand interpreteert, daarbij gevoed door je aard en je levensgeschiedenis

MARJAN SLOB

In de mens kan de materie eenzaam zijn, wat zich uit in een emotie die nog moet worden geduid, waardoor ze een gevoel wordt. “Gevoel is de manier waarop je als levend lichaam je toestand interpreteert, daarbij gevoed door je aard en je levensgeschiedenis. Die duiding is dus altijd persoonlijk gekleurd. Uiteraard hangt het gevoel dat ontstaat samen met de situatie waarin je je bevindt, maar het wordt daardoor niet causaal veroorzaakt. Want als jij en ik in dezelfde situatie terechtkomen, kan het zijn dat ik me eenzaam voel en jij niet.”

Die innerlijke kleur van het gevoel is ook niet direct waar te nemen door anderen, benadrukt Slob. “Daarom kun je niet constateren dat iemand eenzaam is zonder dat aan die persoon te vragen. Je kunt het op grond van de situatie natuurlijk wel vermoeden, dus je zou kunnen kijken of dat klopt. Maar niet aan de hand van een checklist en ook niet door louter te observeren. Eenzaamheid is niet te bestuderen zoals bio- of sociaal wetenschappers van een bepaald slag graag doen, door te turven of van een afstandje te kijken wat zich aan iemand voordoet. Je zult in contact moeten treden.”

Helaas wordt eenzaamheid vaak routinematig opgevat als een sociaal verschijnsel, ziet Slob. “Vooral door mensen die snel in de actiemodus springen om die eenzaamheid de wereld uit te helpen, wat nooit zal lukken. Maar als je niet goed begrijpt wat eenzaamheid is, lijkt dat sociale aspect nog het makkelijkst te bestuderen en aan te pakken. En als mensen daadwerkelijk lijden onder het gebrek aan verbinding met anderen, gaat daar natuurlijk ook een appel van uit aan jou en mij. Daarom vind ik het idee om eenzaamheid te willen verhelpen ook niet per se slecht. Integendeel, het is heel humaan om lijden te willen verlichten.”

Vervellen

Eenzaamheid kan betekenen dat je jezelf mist, zegt Slob. Maar eigenlijk is dat niet goed uitgedrukt, want volgens haar bestaat er geen zelf. Niet als afgeronde innerlijke kern tenminste, die in de mens verborgen ligt en er alleen om vraagt te worden blootgelegd, zoals Michelangelo zijn beelden slechts uit de steen hoefde te bevrijden. “Voor mij is de mens een levend lichaam dat herinneringen en impulsen heeft. Het verhaal dat dit lichaam over zichzelf bedenkt, dat zou ik het zelf noemen. Maar het is een verhaal dat je vaak consistenter voorstelt dan het is.” Want, zo licht Slob toe, in de praktijk van alledag is het zelf niet meer dan een verzameling rollen die je speelt en de sociale maskers die je daarbij draagt. Daarmee verbind je je in allerlei hoedanigheden met de wereld. Maar met een masker kun je je ook beschermen tegen al te opdringerige blikken. Leven is kijken en bekijken worden.

De coulissen zijn het intieme gebied waarin je ten overstaan van jezelf en van anderen je maskers kunt laten vallen

MARJAN SLOB

Het is daarom de kunst ook mét die rollen te spelen. Je niet opsluiten in één bepaalde rol, maar wisselende gedaanten aannemen. “Ook dat managen van die rollen kunnen mensen als geen andere levensvorm,” zegt Slob. De Britse zanger, songwriter en acteur David Bowie is voor haar een inspirerend voorbeeld daarvan. Hij hulde zich in het ene personage na het andere, zonder de eerdere versies van zichzelf te verloochen. “Hij zag zichzelf en wist ook heel goed hoe hij bekeken werd. Dat verdisconteerde hij in zijn verschijning. Maar hij bleef daar niet in hangen, hij keerde altijd terug naar de kleedkamer waar vervolgens weer een heel ander personage uit tevoorschijn kon komen. Dat is wat ik enorm in hem bewonder, omdat hij iets heel intelligents deed: hij durfde te vervellen. Hij was het tegenovergestelde van Michael Jackson, die volledig vastzat in zijn rol. Door te priegelen aan zijn gezicht, werd het letterlijk een masker. Zijn uiterlijk en performance vormden een exoskelet dat hem verhinderde te groeien. Dat is een groot lijden voor hem geweest.”

Een masker gaat knellen als het niet meer aansluit bij je behoeften. Dan ligt eenzaamheid op de loer. Daarom is het van belang dat je je van tijd tot tijd in de coulissen kunt terugtrekken. “Als je voelt dat een rol of masker niet meer lekker past, moet je daar naartoe gaan om je opnieuw tot je rol te bekennen of een andere te zoeken. De coulissen zijn het intieme gebied waarin je ten overstaan van jezelf en van anderen je maskers kunt laten vallen. Je mag je er ongevormder en meerduidiger laten zien, zonder dat je erop wordt gepakt. Je kunt stoom afblazen, kwetsbaarheden ter sprake brengen of dingen waar je nog niet uit bent.” Tegelijk is het voor niemand haalbaar álle rollen te vervullen die tot je repertoire zouden kunnen behoren. “Je kunt niet al je mogelijkheden realiseren. Dat is de tragiek van de midlife: het besef dat dit niet meer gaat lukken. Het is zelfs niet erg je te geven aan één rol, zolang je maar beseft dat het een rol is en dat je je innerlijke potentie die je maar deels presenteert, blijft voelen.”

Liefdevolle blik

Sociale media spelen hierin een dubbele rol, constateert Slob. “Ze versterken onze tijdruimtelijke beleving - in elk geval de ruimte - doordat we met mensen aan de andere kant van de wereld kunnen interacteren. Maar ze kunnen eenzaamheid ook verscherpen als je het oog van de wereld steeds op jou gericht weet, en je jezelf door dat oog gaat bekijken. Zoals jongeren die via selfies naar zichzelf kijken. Nog ernstiger wordt het als die blik sorterend wordt: je hoort erbij of niet. Het spel met likes is afschuwelijk, omdat het je fixeert op de uiterlijke kant van je rol. Andere verbindingen worden daardoor weggedrukt. Daar hoef je natuurlijk niet aan mee te doen, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Tegelijk bieden sociale media een veilige ruimte: je kunt snel weg zijn als het je niet meer bevalt, zonder ernstige sociale gevolgen. Bovendien kun je mensen makkelijk aanspreken, dus het is ook een oefenplaats om je in de niet-virtuele wereld soepeler te kunnen bewegen.”

Me afzonderen kan ik wel heel goed. Het mooie is dat ik dan de verbinding zoek die ik zelf wens, zoals met een boek of film

MARJAN SLOB

Over dat bewegen in de niet-virtuele ruimte is Slob optimistisch. “Het vermogen tot zelfreflectie en tot tijdruimtereizen heeft iets tragisch, omdat je nooit helemaal met jezelf samenvalt. Dat kan lijden veroorzaken, eenzaamheid dus. Tegelijk beschikken wij mensen over openheid, flexibiliteit en een enorm scala aan mogelijkheden dat we alsmaar uitbreiden, waardoor we als soort ook zo succesvol zijn, of in elk geval dominant - even afgezien van de verwoestende manier waarmee we met de aarde omgaan. De vreugdevolle kant daarvan verkennen is een levenslange oefening. Dat pendelen moeten we naar beste kunnen doen en er valt ook iets heel moois van te maken. Als daarin de liefde maar een plaats heeft. De liefdevolle blik is de enige die alles wil zien, zowel in jezelf als in anderen, en het kan verdragen en omarmen.”

In welke mate speelt eenzaamheid een rol in het persoonlijke leven van Marjan Slob? “Ik ken niet veel eenzaamheid en sociaal eenzaam ben ik zeker niet. Me afzonderen kan ik wel heel goed. Het mooie is dat ik dan de verbinding zoek die ik zelf wens, zoals met een boek of film. Ik heb het ook nodig om de stemmen in mijn hoofd die maar doorratelen enigszins tot bedaren te brengen, wat niet makkelijk is. En het oog van de wereld is er nog steeds, omdat het is geïnternaliseerd. Hoewel mijn partner er vaak niet is en onze dochter niet meer thuis woont, waardoor ik veel alleen ben, ga ik ook graag naar mijn schrijfhuisje in de bossen tussen Ede en Lunteren, waar ik niet gestoord word. Hoewel de stilte niet alleen maar fijn is. Soms valt ze over me heen en voel ik me alleen. Daar moet ik dan doorheen om ergens anders uit te komen, hoewel ik er ook in kan blijven hangen.”


Het dubbele van schrijven is dat het zowel iets introverts als iets extraverts heeft. “Het is een gesprek maar van een rare soort, omdat je niet weet tegen wie je praat en hoe het overkomt. In feite is het een gesprek met jezelf, maar tegelijk is het bedoeld om de wereld in te sturen. Als schrijver betreed ik graag het podium, maar daarna trek ik me weer als een haasje terug. Ik heb een soort geldingsdrang, maar van al te veel aandacht raak ik onthand. Dan wil ik weer met rust gelaten worden. Het is niet alleen verlegenheid, ik wil ook iets beschermen: iets in mij waarvan ik weet dat het leeggezogen kan worden en verbleken kan als het teveel voor het oog van de wereld verschijnt.”

Fien slaapt rustig door. Van het oog van de wereld heeft ze geen weet. Toch een beetje benijdenswaardig dus.

Marjan Slob (1964) is zelfstandig gevestigd filosoof en auteur. Ze werkt onder meer voor verschillende ministeries en denktanks en had jarenlang een column in de Volkskrant, waar ze overigens nog steeds voor schrijft. Tevens treedt zeop als spreker en gastdocent. In 2017 won ze de Socratesbeker voor haar boek Hersenbeest. www.marjanslob.nl