‘Eindelijk volwassen. De wijsheid van de tweede levenshelft’ – als je als 70-plusser een boek met zo’n titel ziet, word je nieuwsgierig. In zijn inleiding schrijft Frits de Lange dat deze tweede levenshelft “als je het objectief bekijkt, eigenlijk gegarandeerde misère” is. Het wordt almaar minder. Dat is spijtig. Want er valt nog zoveel te beleven. Ik heb nog weinig last van die misère, maar ik betrap mijzelf af en toe wel op melancholieke gedachten als: Hoelang heb ik nog? Wat kan ik nog? Ik hang zo aan het leven.
Zelfsturing
En dan is daar dit boek van De Lange, hoogleraar Ethiek aan de Protestantse Theologische Universiteit met een ‘scenario’ voor goed ouder worden. Het begin pakt mij direct. Het gaat niet meer om de vraag wat je op deze leeftijd doet, maar welke persoon je bent. Dat raakt bij mij een gevoelige snaar. Want ik wil nog van alles: tv-opnamen, voorgaan, schrijven. Maar wie mag ik zijn/worden zonder dit alles? Hoe kan ik als 70-plusser emanciperen tot wijs ouder mens?
Zelfkennis leidt zelfoverstijging. Het ego vloeit weg. Maar je krijgt er iets prachtigs voor terug: een ‘zelf’
jos van oord
Het script van Frits de Lange heb ik met aandacht gelezen. Zeker als hij vrij snel aan het begin van het boek uitvoerig schrijft over een van de boeken uit de bijbelse wijsheidsliteratuur, het boek Job. Job doet zelfkennis op in zijn strijd met het leven, leert zijn grenzen kennen en moet leren schipperen met het lot. En het belangrijkste van dat alles is dat het niet-weten waar Job achter komt een vorm van menselijke wijsheid is. Die relativering kan ons verder helpen de toekomst in. Betekent dat dan dat je langzaam het roer uit handen geeft? Je over je heen moet laten lopen? Zeker niet!
Het komt aan op ‘zelfsturing’, ook al ben je het stuur soms kwijt. Het is een paradox: “De ultieme zelfrealisatie vindt plaats als je jezelf zo goed leert kennen dat je de gerichtheid op jezelf kwijtraakt en je durft toe te vertrouwen aan dat geheel dat groter en sterker is dan jezelf.” Zelfkennis leidt dus tot zelfoverstijging. Het ego vloeit weg. Maar je krijgt er iets prachtigs voor terug: een ‘zelf’. Een ander ‘zelf’, voorbij het ego.
In het hoofdstuk ‘Groeipijn’ biedt De Lange mij een handreiking om tot dat ‘zelf’ te komen. Fijn om bij zo’n hoogleraar ethiek zoveel over zingeving en mystiek tegen te komen, geïntegreerd in een oefening om wijs te worden op latere leeftijd. Door die oefening komt er ook weer ruimte vrij voor compassie en zorg voor een wereld ‘waarin jij er niet meer toe doet”.
Wijsheid
In het laatste hoofdstuk geeft De Lange ons voorbeelden hoe die wijsheid zich laat zien. Door die verworven verruimde blik gaat het ons niet meer om ons gelijk te halen en voelen we dieper dat we een schakel zijn tussen generaties. We worden zelfs minder angstig voor de dood. Ook al is het probleem van de dood - zoals ook Job ontdekt - onoplosbaar.

Dit boek gaat over mij, 70-plusser. En heb het daarom met aandacht gelezen. Het verlicht mijn geest. Geeft zicht op toekomst. En geeft mij huiswerk als het om die ‘zelfonthechting’ gaat. Maar ik hoop dat het ook zijn weg zal vinden naar een bredere groep lezers. Want het gaat om levenswijsheid voor ieder mens; groei en ontwikkeling hebben we in elke leeftijdsperiode broodnodig. Om te zijn wie we zijn!
