Af en toe haalt twintiger Vic de filtersigaret uit de mond van de man aan wiens bed hij zit, James. Dan tikt hij de askegel eraf en steekt hem weer terug tussen diens lippen. James ligt daar met verkrampte armen en benen, gevangen door spasmen, maar predikt ondertussen tegen Vic hoe mooi het leven is. Die luistert met een bleek gezicht, een donkere muts op z’n hoofd tegen de winterse kou in Milwaukee, in de noordelijke Amerikaanse staat Winsconsin. Over zijn jas draagt hij een fluorescerend vest, als chauffeur in het gehandicaptenvervoer.
De Russisch-Amerikaanse regisseur Kirill Mikhanovsky woonde zelf ooit in Milwaukee en werkte eveneens als medical transport driver. Nu heeft hij met Give me Liberty een uiterst knappe speelfilm gemaakt, vol niet-professionele acteurs, een chaotische mix van Russisch sprekende migranten, Afro-Amerikanen en mensen met een lichamelijke of geestelijke beperking. Ze komen allemaal samen in het busje van Vic, een witte Dodge Sprinter waarmee hij in razende vaart door de straten van Milwaukee scheurt omdat hij aan de late kant is.
Na de Tweede Wereldoorlog ontstond het Italiaanse neo-realisme: een nieuwe onopgesmukte manier van filmmaken: buiten de grote studio’s, in de straat gefilmd, zonder kunstlicht, zonder muziek, uit de hand gefilmd, alleen met non-acteurs
jurgen tiekstra
Kirill Mikhanovsky, die zelf aan het scenario schreef, maakt er een ontregelende chaos van. Vics verwarde Russische grootvader, die bij hem inwoont (of andersom), is te laat voor een begrafenis, maar begint in de ochtend Russische leuzen te slaken, gymnastiekoefeningen te doen en dermate enthousiast een groot stuk kip te bakken dat de hele verdieping van het appartementencomplex grijs uitslaat van de rook. Ondertussen staan beneden in de hal nog meer Russische migranten die smeken dat Vic hen meeneemt, omdat hun eigen bus niet gekomen is. Maar Vic moet ondertussen nog allerlei mensen ophalen. Onder wie een blinde man met zwaar overgewicht, die eindeloos voor zich uit kletst terwijl Vic met alle kracht de rolstoel van de man over drempels moet duwen en trekken, en op de uitgeklapte, metalen lift van het busje moet zien te krijgen, om zo de man aan boord te brengen.
Na de Tweede Wereldoorlog ontstond het Italiaanse neo-realisme: een nieuwe onopgesmukte manier van filmmaken: buiten de grote studio’s, in de straat gefilmd, zonder kunstlicht, zonder muziek, uit de hand gefilmd, alleen met non-acteurs. Zeventig jaar later maakt Mikhanovsky hier zijn Amerikaanse neo-realisme van, een slice of life van het Amerikaanse moderne bestaan: met mensen die ieder op zich geslagen zijn door het leven, door spierziekte ALS, door een verstandelijke beperking, door armoede, door trauma.
We zijn namelijk allemaal dezelfde mensen. Niet meer, en vooral niet minder. Het is de grote verdienste van regisseur Mikhanovsky dat hij dat geloofwaardig weet te maken
jurgen tiekstra
Bij Mikhanovsky geen verhaal over heroïek of individuele zelfontplooiing. Waar zijn speelfilm wel over gaat: vooral over onvermoede gemeenschapszin, opbloeiend onder de totaal verschillende mensen die door het busje van Vic bij elkaar worden gebracht. De Russen hebben een accordeon mee en zingen in de heen en weer schommelende bus het christelijke lied We Shall Overcome, dat in de jaren zestig een sleutellied is geworden van de burgerrechtenbeweging. De Russen voelen zich namelijk verbonden met de Afro-Amerikanen.
Waarom ook niet? We zijn namelijk allemaal dezelfde mensen. Niet meer, en vooral niet minder. Het is de grote verdienste van regisseur Mikhanovsky dat hij dat geloofwaardig weet te maken.
Give Me Liberty is vanaf 15 juli te zien in de bioscopen.