Een vrouw vraagt een man om hulp voor haar dochter. Hij reageert niet. Zijn vrienden vinden haar irritant en willen haar wegsturen. Als ze aanhoudt, vergelijkt hij haar met een hond. Die man is Jezus, die in Mattheus 15 een Kanaänitische vrouw met een hond vergelijkt. Ik kom later op die tekst terug.

Grensoverschrijdend gedrag en seksisme komen meestal voor in situaties waar sprake is van machtsverschil. Meestal is de dader een man. Het is niet dat mannen slechter of zwakker zijn dan vrouwen, het is wel zo dat mannen oververtegenwoordigd zijn in hogere posities. Een andere factor is hoe we in onze samenleving mannelijkheid hebben vormgegeven.

'Giftige mannelijkheid'

‘Vormgegeven’, omdat de culturele normen over mannelijkheid (en vrouwelijkheid) niet vaststaan. De term ‘giftige mannelijkheid’ wordt wel gebruikt voor schadelijke opvattingen – schadelijk voor iedereen overigens – bijvoorbeeld het idee dat mannen agressiever zijn, en minder controle hebben over hun seksuele driften. Het zijn tegelijk manieren om het gedrag van mannen te vergoelijken: ‘boys will be boys’, ze zijn nu eenmaal zo.

Willen we ervoor zorgen dat in de toekomst minder mensen slachtoffer worden van grensoverschrijdend gedrag, dan moeten we die twee dingen in ieder geval veranderen: de machtsongelijkheid en de giftige vormen van mannelijkheid.

Ik weet, ook uit eigen ervaring, wat er kan gebeuren als je iemand aanspreekt op seksistisch gedrag: de rijen kunnen zich zomaar sluiten: deze man moet worden verdedigd tegen zo’n aanval, want wij kennen hem als een goede man. Dat is een van de dingen die het zo lastig maakt voor slachtoffers om zich uit te spreken. Zeker als het gaat om algemeen gerespecteerd iemand met een gevestigde positie. Wat zou helpen, is het inzicht dat seksisme niet iets is van slechte mannen, maar een wijdverspreid fenomeen. Daarom is een brede verandering nodig.

Eerbiedkapitaal

Zo kom ik op de Bijbel, een boek dat van invloed was en is op hoe we kijken naar mannelijkheid en naar mannelijkheid en macht. Over het eerbiedkapitaal – dat ook de voornaamwoorden die naar God en Jezus verwijzen met een hoofdletter worden geschreven, is al veel gezegd.

Anders dan in de Nieuwe Bijbelvertaling van 2004, werd in de versie van 2021 toch voor die hoofdletters gekozen. In een open brief schreef een groep theologen dat het ‘een klap in het gezicht (is) van het baanbrekende feministisch-exegetische werk dat in de afgelopen decennia op dit gebied heeft plaatsgevonden’.

Ze wijzen ook op studies die de trieste en schadelijke gevolgen van een patriarchaal Godsbeeld en het doorgeven daarvan voor voornamelijk vrouwen in kerk en samenleving aantonen. If God is male, then the male is God, zoals Mary Daly het bondig verwoordde. Dat benadrukken van een patriarchaal godsbeeld kan trouwens makkelijk worden opgelost: als er met een eerbiedkapitaal toch al wordt ingegrepen in de tekst, waarom dan niet meteen variatie aanbrengen in de voornaamwoorden die naar God verwijzen?

De teksten geven aanleiding tot zowel mannelijke, vrouwelijke als meervoudsvormen. God is niet alleen ‘Hij’, God is ook ‘zij’ en ‘wij’.

A seat at the table

Dan nu de tekst uit Mattheus 15 waar ik mee begon. Ik meen dat die onverdraaglijk is als we ervan uitgaan dat Jezus een man is die geen verandering nodig heeft. Dat is een gevoelig punt: Jezus wordt juist voorgesteld als onveranderlijk, net als God. Maar ik denk dat we de rol van de Kanaänitische vrouw tekortdoen, en ook Jezus zelf.

Jezus vergelijkt de Kanaänitische vrouw met een hond. Ze neemt die vergelijking over, alsof ze de minderwaardige positie die Jezus haar toebedeeld heeft geïnternaliseerd. Het is een onverdraaglijke uitwisseling, tenzij de vrouw de neerbuigende kwalificatie bewust inzet: o ja? Ben ik een hond? En hoe komt het eigenlijk dat ik, een mens net als jij, om kruimels moet smeken? Ze herhaalt de belediging niet omdat ze tevreden is met een positie onder de tafel. Ze wil gelijkwaardigheid, a seat at the table.

Wat ze doet, is een vorm van calling out: ze roept Jezus ter verantwoording, op dezelfde manier dat het nodig is om kerk en theologie ter verantwoording te roepen, omdat ze hebben bijgedragen aan een patriarchale cultuur met soms schadelijke beelden van mannelijkheid.

Zeker, deze tekst gaat minstens evenveel over etnische verschillen, maar het is ook voor gelijke genderverhoudingen een schadelijke tekst als we niet durven te erkennen dat Jezus hier degene is die transformatie nodig heeft. Vaak ligt in hedendaagse uitleg van deze tekst de nadruk op het grote geloof van de vrouw, kennelijk om de schurende hiërarchie waar Jezus hier van uit gaat te verzachten. Maar het is niet de Kanaänitische vrouw die zich bekeert. Ze wordt geen volgeling van Jezus, ook al geneest haar dochter.

Jezus is in dit verhaal degene met de machtspositie die naar zichzelf durft te kijken en verandert.

Janneke Stegeman (1980) is bijbelwetenschapper en theoloog. Ze was Theoloog des Vaderlands 2016/2017.