Alles begint met taal. De diepmenselijke beleving van religie is gegrond in de taal, want religie kan onmogelijk floreren zonder het gesproken, gezongen en het geschreven woord, al dan niet met hoofdletter geschreven. Kerkscheuringen vinden overigens ook plaats dankzij datzelfde woord, want hermeneutiek en exegese hebben geleid tot zo’n bonte verzameling kerken dat de omvang van de laatste kieslijst er schraal bij afsteekt. Kortom, woorden doen ertoe.
Berichtgeving over moslims
Ik herhaal: woorden doen ertoe. Ze kunnen uitsluiten of insluiten, stigmatiseren of verbinden. Het maatschappelijk debat over de islam is een schoolvoorbeeld van de destructieve kracht van taal. Politici, media en burgers hebben inmiddels een vocabulaire aangeleerd waarin het welhaast een bijzonderheid is als moslims enigszins genuanceerd in het nieuws komen. Uit onderzoek naar berichtgeving over moslims in de media bleek dat de vier grootste kranten van Nederland vooral schrijven over terrorisme in relatie tot de islam, de onderdrukking van vrouwen door de islam, het wij – zij wereldbeeld van Huntington, waarbij ‘zij’ de moslims zijn en ‘wij’ het verlichte Westen, en tenslotte een verregaande problematisering van migranten en vluchtelingen.
We spreken over een ‘feministische’ moslima als zij de hoofddoek afdoet, alsof alle moslima’s met hoofddoek slachtoffer zijn van het patriarchaat. De uitzondering verheffen we tot ideaal en ijken deze naar seculiere, westerse standaard
Enis Odaci
Onze taal is inmiddels doordrongen van negatieve beelden over moslims en islam. We spreken over een ‘liberale’ moslim als hij zich niet aan de rituele voorschriften houdt. Alsof de rest dus een niet-liberale islam aanhangt en rituelen op zichzelf al problematisch zijn. We spreken over een ‘feministische’ moslima als zij de hoofddoek afdoet, alsof alle moslima’s met hoofddoek slachtoffer zijn van het patriarchaat. De uitzondering verheffen we tot ideaal en ijken deze naar seculiere, westerse standaard. De groep problematiseren we vervolgens in verregaande mate door er taalkundig kwalijke en gevaarlijke labels op te plakken. De diversiteit onder moslims, resultaat van talloze culturele verschijningsvormen én moskeescheuringen, kennen we niet. En ik durf wel te zeggen: het interesseert de meeste mensen ook niet.
Liefkozend stilteoord
Ook christenen in Nederland maken zich opnieuw schuldig aan stigmatisering en uitsluiting van moslims. Het doet mij pijn om dit op te schrijven, maar wanneer je als christelijke partij voor een boerkaverbod stemt, financiering uit alleen islamitische landen wil blokkeren, vooral niet-islamitische vluchtelingen opneemt, samenwerkt met openlijk islamofobe partijen – en je spreekt alsnóg over vrijheid en gelijkheid dan heb je het evangelie niet goed begrepen. Toen ik twee jaar geleden jaar in het kader van een dialoogproject een weekeinde overnachtte in een zusterklooster dacht ik: waarom wordt dit huis niet gezien als bron van radicalisering? De vrouwen treden toe tot een vrij strenge religieuze orde, verbreken de sociale banden, zijn de hele dag druk met rituele diensten, en op zondag mogen ze trouwens niet achter de kansel staan. Een klooster noemen we desondanks liefkozend een stilteoord, terecht overigens, maar zou een islamitische variant ook kunnen rekenen op een dergelijk label?

Christenen, ik schrijf het bewust als meervoud, zouden moeten nadenken over een andere strijd, namelijk de strijd tussen seculier gedachtegoed en religieus gedachtegoed. Actief belijdende moslims zijn een te verwaarlozen minderheid in dit land, er zal nooit een islamitische politieke meerderheid zijn, en de moslims zijn nog meer verdeeld dan alle kerken bij elkaar – richt je dus op een ander gevaar. De seculiere gedachte dat religie een irrationele bron van leven is en daarom geen plek verdient in de publieke ruimte zorgt ervoor dat niet alleen moslims, maar alle gelovigen op hun vrijheden zullen moeten passen. Als ‘de kerk’ vooral de blik op moslims blijft richten kan zij van een koude kermis thuiskomen wanneer de seculiere wind alle christelijke wortels uit de grond rukt. Je houdt dan een stoffig cultuurchristendom over: paaseieren zoeken en twee weken vrij zijn met kerst.
Moeilijk wakker worden
Een andere reden waarom christenen vooral een partnerschap model met moslims zouden kunnen overwegen is dat de ontkerkelijking in Nederland gestaag doorzet. Je krijgt geen beter profiel door je af te zetten tegen de islam in de hoop dat je in een beweging het evangelie als betere godsdienst kunt presenteren. Je wint er echt geen zielen mee. Ik heb zelf tijdens mijn vele kerkbezoeken ervaren dat de kerkbanken jaar in jaar uit leger worden, ondanks de preken tegen de islam. Wat is dan nog je verhaal als kerk? Is het verhaal nog steeds: pas op voor de islam? Of is het verhaal: deze samenleving vraagt om intense begeestering, om radicale barmhartigheid, om échte naastenliefde en verwantschap. Dat zijn woorden en taal van de ziel.
Ik word ’s ochtends erg moeilijk wakker als ik in gesprek met christenen eerst moet bewijzen dat ik deug, of dat ik weer gewezen wordt op het feit dat de Koran toch echt anders denkt over Jezus dan de Bijbel
Enis Odaci
Reken maar dat ik daar als liberale, humanistische, orthodoxe, feministische, culturele moslim - geef het maar een label – graag mijn bed voor uit kom en vervolgens naast de christen sta. Maar ik word ’s ochtends erg moeilijk wakker als ik in gesprek met christenen eerst moet bewijzen dat ik deug, of dat ik weer gewezen wordt op het feit dat de Koran toch echt anders denkt over Jezus dan de Bijbel. Waarom gaat het gesprek daar nog steeds over? Moslims horen niet voor niets bij de Koran en christenen bij het Evangelie, anders waren moslims christenen geweest en christenen zouden moslims zijn.
Zullen we het ook daarom weer over de taal van de ziel hebben? Dan heb je in plaats van één bron maar liefst twee rijkgevulde bronnen waaruit je kunt putten. Die taal verbindt, of je wil of niet. Daar hebben de kerk, de moskee en dit land tegenwoordig veel meer behoefte aan.
Deze column is eerder gepubliceerd op de website www.kerk-islam.nl. In 2006 is de Stichting Leerstoel ‘De kerk in de context van islam’ opgericht. De leerstoel houdt zich bezig met het ontwikkelen van een christelijke theologie in de context van de Islam. De leerstoel streeft ernaar een autoriteit te worden in kerkelijk Nederland met uitstraling naar het buitenland ten aanzien van vragen die breed in de christelijke gemeenschap leven ten aanzien van de islam. De leerstoel wil deze vragen stellen, ermee op weg gaan en zoeken naar antwoorden.
Enis Odaci is hoofd online van Volzin, publicist, reli-ondernemer en auteur van twee boeken, De Zeven Zuilen en Spiegelreis. Meer informatie op: www.enisodaci.nl