Journalist en religiewetenschapper Pauline Weseman zoekt naar een nieuw christendom, buiten de gebaande paden. Ze interviewt medezoekers over hun kantelpunten die hun geloofsvisie cruciaal veranderde.

Hij is liever met anderen bezig dan met zijn eigen kwetsbaarheden. En dat is geheel in lijn met het type avonturier in het enneagram, het bekende diagram met negen persoonlijkheidstypes. De avonturier straalt optimisme en vreugde uit, enthousiasmeert. Waar hij is, drommen mensen samen. Net als bij Maarten Vogelaar. Tijdens zijn studie al landelijk voorzitter van de reformatorische studentenvereniging C.S.F.R, daarna oprichter van de goedlopende De Kwekerij in Amsterdam, een hippe pioniersplek voor millennials met levensvragen.

Pas met zijn laatste pioniersproject, de verwezenlijking van Gist als ruimte voor christelijke spiritualiteit in Amsterdam, verwezenlijkt hij zijn droom en durft hij uit te komen voor waar hij voor staat: christelijke spiritualiteit en je geliefd voelen door God – tevens pijlers voor een nieuw christendom. Dat krijgt vorm in Gist met onder meer een bierbrouwerij, broodbakkerij, christelijke yoga en improvisatietheater. In zijn woonkamer in de Amsterdamse woongemeenschap Hugo de Groothof vertelt Vogelaar schoorvoetend over de innerlijke reis naar dit punt.

Uit wat voor religieus nest kom je?

“Ik groeide op in een reformatorisch gezin als jongste van zeven kinderen. Mijn vader was een voortrekker, oprichter van de reformatorische scholengemeenschap Pieter Zandt in Kampen, met dependances in Urk, Staphorst en IJsselmuiden – ruim 3.000 leerlingen. De zondag was het meest karakteristiek, met om 9.30 en 15.00 uur een kerkdienst. Tussendoor een kopje soep, pa en ma een glaasje wijn. Spelen mocht alleen in de tuin, met niet te veel beweging zodat het niet op sport leek.

Van buiten leek het streng, maar ik ervaarde het als warm en veilig. Van grote invloed was dat de helft van mijn broers en zussen brak met het geloof. De andere helft werd dominee of zendeling. In die spanning groeide ik op. Het contact is met iedereen gelukkig goed gebleven.”

Wat deed hun breuk met jou?

“Die scherpe scheiding bracht de duidelijke overtuiging: ik wil mijn ouders niet teleurstellen door het geloof ook te verlaten. Je ziet ze juist zo bezig vanuit idealen en dan mislukt het in de eigen opvoeding. Ik zag steeds dat verdriet, een gevoel van falen. Tegelijk was ik een heel gelovig kind. Ik wilde graag bekeerd zijn, omdat ik van God hield. Bij het avondmaal, maar vier keer per jaar, was ik heel zenuwachtig. Ik ging snel janken. Dat was omdat ik zo jaloers was, daar ook wilde zitten, aan tafel bij God. Dat zag er zo heerlijk uit. Ik vond een strategie – een snoepje eten – om mijn emoties te bedwingen. Mijn moeder vroeg na afloop waarom ik moest huilen. Het voelde te intiem om dat te delen.

Bij het avondmaal, maar vier keer per jaar, was ik heel zenuwachtig. Ik ging snel janken. Dat was omdat ik zo jaloers was, daar ook wilde zitten, aan tafel bij God

maarten vogelaar

Stiekem wilde ik ook dominee worden, maar dat was niet cool om te zeggen. Ik studeerde politicologie, wilde graag mijn eigen leven, mijn vleugels uitslaan en kwam meteen bij de reformatorische studentenvereniging C.S.F.R. terecht. Geïnspireerd door een net bekeerde, evangelische medestudent leerde ik het geloof actiever in colleges in te brengen. Ik kreeg er lol in dat zo prikkelend te doen dat het discussie uitlokte, niet om te overtuigen, maar om mensen uit te dagen hun positie te bepalen. Ook pakte ik grote thema’s op als kunst, literatuur, duurzaamheid en vergankelijkheid.”

Wanneer begon je geloof te schuiven?

“Bij het horen van het nummer van Stef Bos in die tijd: Is dit nu later? Over de melancholie en de teleurstelling van het volwassen worden. Dat lied greep me bij de keel. Is dit het nu allemaal? Ik werd me voor het eerst bewust van mijn eigen gebrokenheid en de teleurstelling in mezelf, in mensen. Ik vluchtte ervoor weg door met anderen bezig te zijn.”

Wat ontdekte je op die tocht? VN-secretaris-generaal Dag Hammarskjöld had het over merkstenen, essentiële markeringen op je innerlijke pad. Wat werden jouw merkstenen?

“Ten eerste diversiteit. Ik kwam in de kerk van mijn zus en zwager terecht, Hoop van Noord, een multiculturele kerk in Amsterdam-Noord. Daar werd ik volop uitgedaagd. Iedereen liep er rond, van atheïst tot bijstandsmoeder. Ze vierden de diversiteit als enige oplossing. Discussiëren, over de eindtijd bijvoorbeeld, had geen zin. Daar was iedereen het toch over oneens.

Ik leerde het doen voorop te stellen. Liefde, warmte, eten met elkaar. Dat raakt mensen. Ik ontdekte de waarde van diversiteit

maarten vogelaar

Ik leerde het doen voorop te stellen. Liefde, warmte, eten met elkaar. Dat raakt mensen. Ik ontdekte de waarde van diversiteit. Wij hebben ons als kerk te verhouden tot de wereldkerk en andere religies. De Grieks-orthodoxe theoloog Ioannis Zizioulaszei dat de westerse kerk haar identiteit vooral zocht tegenóver de ander. Pas dan ben je zelf iets. De oosterse kerk denkt meer vanuit eenheid: ik kan niet zonder de ander bestaan, niet ondanks maar dankzij de ander. Dat spreekt mij aan.

Een tweede merksteen is spelen. Wat ik mijn leven lang doe is spelen, plezier hebben, dingen uitproberen in een groot vertrouwen. Als je niet wordt als een kind, kun je het koninkrijk van God niet ingaan. Een derde merksteen is avontuur. Het geloof wordt meer een avontuur naarmate je meer op het spel zet. Ik had dit levenspad niet in de planning.

Veel is me overkomen. Deuren gingen open en dicht. Er was een verlangen om Jezus te volgen, ik stond daarin open voor God. Alleen al de ontmoeting met mijn vrouw zeven jaar geleden was een avontuur. Ik zocht een eigenzinnige vrouw, anders dan ik, maar werd enorm uitgedaagd omdat ze allergisch was voor kerk en geloof. Vond ik ook wel humor. Ben je zelf zo aan het ploeteren om het geloof aan de man te brengen, tref je zo’n vrouw. Toch hadden we beiden het idee dat deze relatie ons gegeven was.”

Zij ook?

“Jazeker, ze schreef er zelfs een liedje over dat ze op onze bruiloft zong Heaven wrote our Once upon a time. De eerste jaren hadden we veel moeite elkaar te begrijpen. Nu stabiliseert het zich pas, kunnen we erover praten. Geloof staat dus voor avontuur, soms ook loslaten.

We konden geen kinderen krijgen, dachten we. We zaten in een ivf-traject en hadden onze wens alweer teruggegeven aan God. We werden toch zwanger, Bettina is half april uitgerekend. Dat ging over overgave en vertrouwen, wat de uitkomst ook is, iets waar ik bewust veel over sprak. Het is belangrijk je verdriet te delen. Alleen door de pijn te tonen is het mogelijk je te verbinden met elkaar. Als je je wonden toont, kan de ander je helpen.

Een rode draad in mijn leven is dat ik wil kennen maar niet gekend wil worden, ik wil liefhebben maar niet liefgehad worden, ik wil zoeken maar niet gevonden worden

maarten vogelaar

Mijn vierde merksteen is dat ik moeite heb om geliefd te zijn, terwijl ik daar juist naar verlang. Een rode draad in mijn leven is dat ik wil kennen maar niet gekend wil worden, ik wil liefhebben maar niet liefgehad worden, ik wil zoeken maar niet gevonden worden.”

Hoe heb je daar last van?

“Ik ben erg gericht op anderen. Tijdens mijn opleiding geestelijke begeleiding drie jaar geleden moest ik met mijn linkerhand, met mijn ogen dicht een tekening maken. Ik tekende een bang jongetje dat om hulp schreeuwt in een donkere grot. Ik realiseerde me dat ik liever wegren voor de donkere kanten in mezelf. Dus ben ik liever met anderen bezig.

Ik vind het moeilijk dat hulpeloze kind in mezelf te zien dat erom schreeuwt gezien, geliefd en gevonden te worden. Zoals Leonard Cohen zingt: Show me the place, where you want your slave to go / Show me the place, I've forgotten I don't know / Show me the place where my head is bend and low. Of Johnny Cash in Hurt: I hurt myself today / To see if I still feel / I focus on the pain / The only thing that's real. Dat is muziek waarin mijn hart verklaard wordt, zoals we dat in bevindelijke kringen zeggen. Deze muziek verklaart dat ik pijn heb, me schaam voor mezelf, me liever verberg.”

Dit horende is het extra moedig dat je dit verhaal nu vertelt. Wat ook opvalt is dat je eerste drie merkstenen – diversiteit, speelsheid en avontuur – jouw geloof bepalen maar je tegelijk afleiden van jezelf.

“Dat klopt. Het enneagram gaf me drie jaar geleden dat inzicht. Om pijn en spanning te vermijden heeft type zeven, de avonturier, de truc om op avontuur en in het hoofd te gaan. Dat ontstaat in je kindertijd. Symbool voor dit type is de aap. Ik hou van de aap. Hij is speels, maar veroorzaakt ook afleiding. De deugd die dit type kan ontwikkelen is diepe zelfaanvaarding, ontdekken dat je door God al geaccepteerd bent.

Ik verdoof en verberg mezelf, ga uit contact met mijn emoties, maar ook uit contact met God. Wil ik God ervaren, dan moet ik aandacht besteden aan hoe ik me voel, mijn angsten en verlangens. Daarvoor moet ik leren vertrouwen dat God er altijd is, los van of ik het ervaar.”

Deze tekst is een kort fragment van een uitgebreider interview. Het gehele interview is te lezen in de VOLZIN publicatie Contouren van een nieuw christendom.

Maarten Vogelaar (1987, Kampen) woont met zijn vrouw Bettina in een woongemeenschap in Amsterdam. Hij is studentenpastor-pionier vanuit IFES en vier kerken in Amsterdam. Maarten studeerde politicologie aan de Universiteit van Amsterdam en volgde een master christelijke filosofie aan de Vrije Universiteit Amsterdam van 2005 tot 2012. Hij was in 2009 landelijk voorzitter van de C.S.F.R, de landelijke Nederlandse studentenvereniging op gereformeerde grondslag. Maarten richtte in 2015 De Kwekerij voor millennials op, sinds drie jaar een PKN-pioniersplek. Dit jaar richtte hij Gist, ruimte voor christelijke spiritualiteit op in Amsterdam.