De Verenigde Staten zijn een land met een ongelooflijk roerige geschiedenis. We hoeven niet eens te denken aan de burgeroorlog en de slavernij op de zuidelijke katoenplantages in de negentiende eeuw. We hoeven ook niet te denken aan de oorlogen die de Amerikanen uitvochten met de Britten, met de Mexicanen, met de Spanjaarden. Of aan de deelname aan de beide Wereldoorlogen. Of aan de talloze hele en halve proxy-oorlogen in Azië, het Midden-Oosten en Latijns-Amerika waarin de Amerikanen een uiterst kwalijke rol speelden.

Neem alleen al de jaren zestig van de twintigste eeuw: niet alleen werden de broers John en Robert Kennedy vermoord (de eerste als president, de tweede als presidentskandidaat), maar ook de Afro-Amerikaanse burgerrechterleiders Martin Luther King en Malcolm X. De jaren zestig waren het tijdperk van de vurige protesten tegen de Vietnamoorlog en van de burgerrechtenbeweging, maar ook van meerdere linkse, militante groeperingen als de Black Panther Party, de Weathermen en Students for a Democratic Society.

Soms komt het vermoeden op dat de Amerikanen stiekem blij zijn met dit rare verleden. Want uitgerekend in tijden van nood kunnen helden opstaan

jurgen tiekstra

Soms komt het vermoeden op dat de Amerikanen stiekem blij zijn met dit rare verleden. Want uitgerekend in tijden van nood kunnen helden opstaan. En de Amerikanen houden als geen ander van het narratief van de heroïek, van de moreel onverzettelijke eenling die opstaat tegen kwade krachten. Had de VS iets meer geleken op onze Nederlandse verzorgingsstaat, dan was de toevloed aan Amerikaanse boeken, films, tv-series en docu’s minder groot geweest.

De speelfilm Judas and the Black Messiah is hier een treffend voorbeeld van. Het script is gebaseerd op de ware feiten van een jonge Afro-Amerikaanse man, William O’Neal, die door de binnenlandse veiligheidsdienst FBI wordt aangezet om informant te worden binnen de Black Panther Party-afdeling in Chicago. Na de dood van Malcolm X in 1965 werd de Black Panther Party opgericht, als militante stormram voor de gediscrimineerde zwarte gemeenschap. In Chicago viel de jonge leider Fred Hampton op, een niet van charisma gespeende man die het oratorische talent van Martin Luther King en Malcolm X had geërfd.

Na de dood van Malcolm X in 1965 werd de Black Panther Party opgericht, als militante stormram voor de gediscrimineerde zwarte gemeenschap

jurgen tiekstra

Ook al wordt het verhaal vertelt vanuit het perspectief van de informant, uiteindelijk gaat het het om deze Fred Hampton. Het doel van de filmmakers is om de huidige zwarte gemeenschap weer kennis te laten maken met Fred Hampton als rolmodel, omdat wie hij ten diepste was in de vergetelheid is geraakt na zijn vroege dood in 1969. Hamptons weduwe en zoon zijn uitdrukkelijk gevraagd hun goedkeuring aan de film te verlenen.

Om een groot filmpubliek te bereiken, is gekozen een genrefilm te maken: een thriller. Diezelfde tactiek werd gebruikt bij de film Get Out uit 2017, waarmee acteur Daniel Kaluuya eerder bekenheid verwierf. Kaluuya heeft nu de rol van Fred Hampton, waarvoor hij recent een Oscar kreeg. In Get Out werd het horrorgenre gebruikt om iets te zeggen over de huidige raciale twisten in de Verenigde Staten, dit keer gaat het dus om een thriller in het decor van de weerbarstige jaren zestig. Echt begrijpen wie Fred Hampton was, lukt niet met deze film. Maar het vuur waarmee hij streed, wordt wél voelbaar.

Judas and the Black Messiah is nu te zien in de bioscopen.