Jonathan Sacks, de vroegere opperrabbijn van Engeland, probeert de tekenen van de tijd te verstaan. Hij vindt dat een samenleving naast een economie van de vrije markt en een liberale democratie een derde pijler nodig heeft: ‘moraal’! Voor hem is dat in het algemeen: het geheel van waarden en normen in onze cultuur. Met veel voorbeelden laat hij zien dat het hiermee droevig gesteld is: er heerst verdeeldheid, cynisme en teloorgang van vertrouwen. Er wordt vrijwel alleen nog maar gesproken in termen van ‘ik’, wat ten koste gaat van het collectieve ‘wij’. Hij spreekt van een ‘culturele klimaatverandering’.

Sacks schreef dit boek al voor de coronapandemie. De meeste voorbeelden in het eerste deel (Het solitaire Zelf) dateren van voor die tijd. Maar vrijwel alle symptomen waar onze samenleving aan lijdt, hebben sinds corona een nog veel groter gewicht gekregen: eenzaamheid, de ‘onsociale media’ en het gemis aan de warmte van het gezin (‘het belangrijkste instituut van de westerse beschaving’, blz. 70).
In het tweede deel (Consequenties: de markt en de staat) somt hij de verworvenheden op van de ‘Nieuwe Tijd’, waarin het individu het voor het zeggen kreeg en kerk en geloof zich moesten terugtrekken. De consumptiemaatschappij zorgt wel voor geluk, maar we hebben een ‘sjabbateconomie’ nodig om voluit te genieten. Democratieën verkeren in crisis: aan de ene kant blijkt het vertrouwen in de overheid gedaald, tegelijk kan de overheid de eisen die aan haar gesteld worden niet meer waarmaken.
In Kunnen we nog debatteren met elkaar? noemt Sacks de huidige informatie- en communicatietechnologie met alle nepnieuws dat erbij hoort en alternatieve waarheden, de inperking van de academische vrijheid en ook de opkomst van antisemitisme. “Een opmerkelijk aspect van het jodendom is dat praktisch al zijn canonieke teksten doorspekt zijn met dialogen. Abraham, Mozes, Jeremia en Job voeren allemaal uitgebreide discussies met God.” (207) Joden houden van overleggen en argumenteren.
Voor religie ziet hij een essentiële bijdrage aan de morele basis van de maatschappij. Als samenhangend systeem creëert ze gemeenschap, bevordert gezagsgetrouwheid en helpt ons op de lange termijn te denken
cor sinnema
In Uit menselijk oogpunt stelt hij dat moraal en menselijke waardigheid hand in hand gaan. Hij gaat te rade bij filosofen en vraagt aandacht voor de Hebreeuwse Bijbel. Voor religie ziet hij een essentiële bijdrage aan de morele basis van de maatschappij. Als samenhangend systeem creëert ze gemeenschap, bevordert gezagsgetrouwheid en helpt ons op de lange termijn te denken.
Hoop en vertrouwen klinken in het laatste deel: De weg vooruit. Deze ontstaat als we de morele gewoonten van onze voorouders weer aanleren. “We hoeven niet te wachten met de wereld veranderen totdat de wereld ons veranderd heeft” (339). Hij herinnert aan de verbondsgedachte, niet te verwarren met een transactie. We moeten een persoonlijke relatie aanknopen met mensen die anders zijn dan wij.
Zijn beweringen staaft Sacks met rapporten en onderzoeken. Hij herinnert aan joodse gebruiken en ‘de gepassioneerde rabbijnse ethiek van kennis najagen’. En passant kijkt hij in dit boek ook terug op zijn leven. Het is een persoonlijk getint boek over de situatie in Groot-Brittannië en Amerika. Maar ook mensen in andere democratieën, zoals de onze, zouden hier hun voordeel mee kunnen doen. Een actueel boek dat veel te denken geeft en put uit een schat aan kennis, inzicht en ervaring.
