In de Volzin podcast Groetjes uit Shambhala ontrafelen hoogleraar Paul van der Velde en theoloog Jonas Slaats - met een kritische blik en een gezonde dosis humor - verschillende vormen van hedendaagse spiritualiteit en esoterie. In deze podcastaflevering gaan ze dieper in op de balans tussen vrouwelijke en mannelijke energie.

Beluister het gesprek

Hieronder is een fragment uit het podcastgesprek uitgewerkt (bewerkt).

Jonas Slaats: "In veel hedendaags esoterische gedachtegoed wordt een expliciete aandacht voor vrouwelijke energie geassocieerd met een focus op verinnerlijking, natuur en lichamelijkheid. Dat vormt dan een tegengewicht voor de dominante maatschappelijke focus op ratio, vooruitgang en materie. Zo'n insteek biedt velen een begrijpelijke spirituele houvast in hun zoektocht naar persoonlijk en maatschappelijk evenwicht. Ik vind het zelf ook een nuttig kader om één en ander metaforisch in kaart te brengen en bepaalde psychosociale dynamieken te duiden. Maar hoezeer het ook een basis vormt van mijn eigen denken, ik word vaak wat onwennig wanneer ik zie hoe het metaforische karakter ervan soms wegvalt en men die concepten gaat essentialiseren en verletterlijken. Het is dan niet langer een middel om bepaalde dynamieken metaforisch in kaart te brengen, maar het wordt een vaststaande werkelijkheid. Plots lijkt het dan alsof vrouwen per definitie spiritueler zijn dan mannen of dat mannen per definitie actiegerichter zijn dan vrouwen, omdat ze elk hun specifiek soort energie zouden bezitten."

Paul van der Velde: "En niet alleen is essentialisering op dit vlak een probleem, je ziet ook vaak heel wat projectie. Neem nu de ideeën van iemand als Jung. Wanneer men in hedendaagse spiritualiteit over vrouwelijke en mannelijke energieën spreekt, dan is men sterk schatplichtig aan zijn ideeën over animus (de onderbewuste mannelijke kant van vrouwen) en anima (de onderbewuste vrouwelijke kant van mannen). Door die animus of anima in jezelf te ontdekken en ze uit je innerlijke schaduw te laten komen, zo stelde zijn theorie, zou je tot grotere innerlijke balans kunnen komen. Jung projecteerde zijn ideeën ook op oosterse religies. Hindoeïstische of boeddhistische symbolen en beelden interpreteerde hij op zo’n manier dat ze voorbeelden werden van de archetypes waar hij het over had. Dat was ook erg normaal in die tijd. Men zocht nu eenmaal sterk naar datgene wat universeel was en trachtte daarom over de hele wereld bevestigingen te vinden van de eigen theorie. En dat hoeft daarom zeker niet per definitie problematische te zijn. Je kan sommige beelden en symbolen inderdaad interpreteren volgens zo’n kader. Alleen wanneer je alles vanuit één specifieke lens bekijkt, dan blijft er dan ook heel erg veel in ‘de schaduw’ zitten - – om het even met Jungs eigen termen te zeggen. Je ziet dan niet welke totaal andere betekenissen die beelden en symbolen in hun eigen context en tijd hebben.

Bijvoorbeeld: in onze cultuur delen we de wereld sterk op in mannen en vrouwen. Maar in een land als India is dat niet noodzakelijk het geval. Er is veel meer dat mensen van elkaar onderscheidt of verbindt, dan gender. Zo speelt kaste een veel grotere rol. Men analyseert de wereld daardoor veel sterker aan de hand van die kastenlijnen dan aan de hand van het onderscheid tussen mannelijk en vrouwelijk. Daardoor zal menig Indiër die Nederland of België bezoekt onze sociale normen en gewoonten in termen van kastedynamieken analyseren. Maar wanneer wij naar India gaan, kijken we in eerste instantie vooral naar man-vrouwverhoudingen omdat deze hier zo’n groot deel van onze sociale verhoudingen bepalen. We zijn vaak zelfs niet in staat om het op te merken wanneer ergens kaste in het spel is. Anders gezegd: wanneer je de Indische samenleving louter in termen van gender gaat bekijken, doe je de werkelijkheid behoorlijk wat geweld aan."

Slaats: "Maar wat dan met de vele Tibetaanse schilderijen waarop mannelijke boeddha’s in een innige eenheid met vrouwelijke hemelwezens worden afgebeeld of de Indische standbeelden van de lingam, die Shiva’s penis symboliseert, die vaak op een Yoni staat, die Devi’s baarmoeder symboliseert. Het is toch enigszins logisch dat spirituele zoekers dat interpreteren als een vereniging van mannelijke en vrouwelijke energie?"

Van der Velde: "Dat is een goed voorbeeld. Want je kan het zeker zo interpreteren. We moeten ons alleen bewust blijven van het feit dat het ook oneindig veel meer betekent dan dat. Wanneer men in de tempels melk over de lingam laat vloeien tot in de yoni, dan is dat om te verhinderen dat Shiva’s lingam zou klaarkomen en er zo voor te zorgen dat hij blijft zoals hij is. Want die lingam belichaamt de potentie van Shiva en als zo’n god zou klaarkomen, dan heeft dat logischerwijs de kracht van een atoombom. Wanneer de lingam en de yoni dus samengehouden worden, is dat om het kosmische evenwicht in balans te houden en te helen wat fout liep in de samenleving."

Slaats: "Dat alles is daardoor natuurlijk ook sterk verbonden met het begrip ‘dharma’, wat op zich eveneens een term is voor het grotere kosmische evenwicht waar de evenwichten in de samenleving zich moeten aan spiegelen. Vanuit een westers oogpunt gaan we een symbool als de vereniging van de lingam en de yoni al snel interpreteren als een eenheid die zich in ons spirituele innerlijk moet afspelen, terwijl het in de context van India voor veel mensen dus eerder een betekenis heeft van ‘dharmische ordening’. Het gaat dan om een balans die je bewaart door alles ‘op zijn plaats’ te houden – net zoals het kastensysteem. Mannen en vrouwen krijgen dan elk hun eigen duidelijke taken en verantwoordelijkheden. Westerse spirituele zinzoekers blijven voor dat soort facetten vaak wat blind, want zo’n ideeën zijn in hun kringen meestal niet erg populair."

Van de velde: "Inderdaad. Er wordt soms behoorlijk wat wishful thinking op andere culturen afgevuurd. Wat zegt het toch over ons dat wij die zoektocht aangaan? Waarom wordt er zo vaak ‘elders’ gezocht? Wat ontbreken we dan in onze eigen samenleving en tradities? Dat zijn vragen die dit alles telkens opnieuw bij me blijft oproepen."

Het is opvallend dat ‘het vrouwelijke’ over het algemeen een verwijzing inhoudt naar ‘natuurlijkheid’, enerzijds in termen van ‘spontaan als een rivier door het leven te gaan’ maar anderzijds ook in ecologische zin als wens om meer ‘terug te keren naar de natuur’

Jonas Slaats

Slaats: "Het is in dat verband ook interessant dat veel grote spirituele meesters en mystici in India een vorm van advaita (‘non-duaal’) gedachtegoed verkondigen. De kern van hun leer houdt in dat er onder alles een grote eenheid zit en dat de hele wereld slechts een illusie blijkt te zijn wanneer je in staat bent om jezelf met dat Ene te verenigen. Deze meesters hadden het zelden over de vereniging van het mannelijke en het vrouwelijke maar wel over het feit dat je alle categorisering moet laten vallen. Misschien hoeft het niet te verwonderen dat de mystiek van die regio er zo sterk de nadruk op legt. Want binnen een context van een cultuur waarin categorisering en verdeeldheid dagelijks van belang zijn, vormt dat een belangrijk tegengewicht.

Als we dan een poging doen om de projectie wat achterwege te laten en na te gaan waarom spirituele ideeën rond de balans tussen het vrouwelijke en mannelijke zo populair zijn, dan moeten we ons misschien afvragen op welk vlak die spiritualiteit een tegengewicht probeert te vormen van een specifiek element in onze eigen samenleving. En vanuit die optiek is het opvallend dat ‘het vrouwelijke’ over het algemeen een verwijzing inhoudt naar ‘natuurlijkheid’, enerzijds in termen van ‘spontaan als een rivier door het leven te gaan’ maar anderzijds ook in ecologische zin als wens om meer ‘terug te keren naar de natuur’. Dat valt bijvoorbeeld sterk op in de frequente koppeling van dergelijke ideeën met sjamanisme. Ook op dat sjamanisme projecteert men heel wat, en vaak op een problematische manier, maar in de mate dat het een poging is om spiritualiteit en natuurlijkheid te koppelen, is het erg begrijpelijk. Wanneer we zo goed als allemaal in verstedelijkt gebied wonen en rondom ons merken hoezeer de natuur stelselmatig verwoest wordt, is het niet meer dan logisch dat we ‘moeder natuur’ terug meer ruimte willen geven tegenover ‘vader beton’.

Dus wanneer bepaalde spirituele overtuigingen mensen verder op weg zetten om daarover na te denken, lijkt me dat sowieso erg goed. Want indien we hierrond niet gauw met z’n allen in actie schieten, zullen er binnen afzienbare tijd maar weinig mensen op deze aardbol lopen – noch vrouwen, noch mannen."