Rabbijn Tamarah Benima heeft gesproken. “Nederland dreigt sluipenderwijs een totalitaire samenleving te worden”. En: “Ik zie de dwingelandij om zich heen grijpen”. Dit waren haar woorden in de tiende Rede van Fryslân. Volgens Tamarah is het Nederlands coronabeleid een sprekend voorbeeld hiervan.
De aanpak van dit beleid zou worden “ingefluisterd” door “een wel erg beperkte groep experts” en het doet Benima denken aan Nazi-Duitsland van de jaren dertig. “Ik weet me daar, als Jodin, door gewaarschuwd. De beleidsmakers toen hadden het beste voor met de samenleving, ook toen ze Joden als gevaar voor de volksgezondheid aanmerkten.”
De burgemeester van Leeuwarden, Sybrand van Haersma Buma, diende haar onmiddellijk van repliek. “Volstrekt stuitend. De vergelijking met het Naziregime wil ik echt niet zien.”
Afkeurende geluiden
Maar het bleef niet bij alleen maar de reactie van Leeuwardens eerste burger. Ook vanuit de Joodse gemeenschap klinken afkeurende geluiden. Het Nieuw Israëlitisch Weekblad distantieert zich van de woorden van haar vroegere hoofdredacteur. Net zoals het CIDI, Centrum Informatie en Documentatie Israël, dat meteen van zich liet horen. Haar eigen gemeente gaat in gesprek met de rabbijn vanwege deze “schaamteloze” uitspraken.
De stem van Tamarah Benima is er maar één. Maar het is wel een stem.
Het verhaal gaat over die Israëlische premier die ooit een bezoek bracht aan de president van de Verenigde Staten. Deze laatste beklaagde zich over zijn positie. “Meneer de minister-president, ik weet niet hoe het u vergaat maar het valt mij niet mee om president hier in de VS te zijn over 350 miljoen burgers”. De Israëlische collega glimlachte. “Mr. President. U bent president over 350 miljoen burgers. Wat dacht u van mijn positie, minister-president te zijn over 7 miljoen minister-presidenten?”.
Joods Nederland heeft geen vertegenwoordigende stem. Noch het NIW, het CIDI, de Joodse kerkgenootschappen of welke organisatie dan ook kan een claim leggen op die stem
Lody van de Kamp
Joods Nederland heeft geen vertegenwoordigende stem. Noch het NIW, het CIDI, de Joodse kerkgenootschappen of welke organisatie dan ook kan een claim leggen op die stem. Joods Nederland kent dertig- of mogelijk veertigduizend stemmen. De stem van Tamarah Benima is daar één van. Binnen het kader van de ons zo dierbare vrijheid van meningsuiting mag vanzelfsprekend ook die ene stem worden gehoord. Ook wanneer we deze stem of deze mening als onacceptabel beschouwen.
Felle maatschappelijke discussie
Het debat of de vernietiging van het Europese Jodendom als vergelijkende factor mag worden gebruikt is onderdeel van een voortdurende discussie. Tamarah maakt mijns inziens onterecht een vergelijking tussen het Covid-beleid en de Sjoa. Dus, voor alle duidelijkheid, ik deel op geen enkele manier haar mening zoals zij deze verwoordde in de Rede van Fryslân. Zoals burgemeester van Haersma Buma het verkondigde kon nauwelijks beter onder woorden worden gebracht. ”Er is geen plicht tot inenting, mensen wordt alleen gevraagd een QR-code te tonen. En de regering wordt democratisch gecontroleerd door de volksvertegenwoordiging.”
Daaraan voeg ik toe dat de beperkingen die de samenleving worden opgelegd, in de zin van een tijdelijke ‘bewegingsvrijheid-beperking’, ons hoe dan ook behoed hebben voor veel grotere rampen in deze Covid-tijd.
Wat Tamarah nu heeft verkondigd is ver verwijderd van de feiten. Maar ook dan heeft niemand het recht haar het verhaal te ontnemen. Het ‘Sjoa-verhaal’ is het persoonlijk onvervreemdbare eigendom van iedereen die dit deel van Joods Nederland van huis uit heeft meegekregen of heeft moeten verwerken
Lody van de Kamp
We moeten daarnaast ook niet vergeten dat diegenen die er voor welke reden dan ook voor kiezen om zich niet te laten vaccineren op geen enkele manier worden uitgesloten van enige medische zorg. Rond het Covid-beleid speelt er ten hoogste een brede, soms felle, maatschappelijke discussie. Zonder dat deze discussie leidt tot een uitsluiting van medische zorg voor wie dan ook. Het is vanwege onze maatschappelijke waarden een worsteling, geen uitsluiting. En dat siert ons Nederland. Zo werkt het hier. En dus anders dan Tamarah dit voorstelt.
Niet alleen op dit gebied zijn Tamarah Benima en ikzelf hier niet met elkaar eens. Het is al langer duidelijk dat wij op de thema’s Jodendom, Jodendomsbeleving of veel andere maatschappelijke terreinen ideologisch met elkaar overhoop liggen.
Familiegeschiedenis
Nog helemaal niet zo lang geleden liet zij binnen de openbare ruimte van het Joods Historische Museum in aanwezigheid van iedereen ongevraagd weten wat voor een afschuwelijke meningen uw columnist Lody van de Kamp allemaal verkondigt met betrekking tot antisemitisme. Voor mij was dit toen niet meer dan een reden om slechts mijn schouders op te halen. Ook zij heeft immers recht op haar mening.
En dat is wat mij betreft nu ook het geval. U zou zich kunnen afvragen waarom ik misschien wat onderkoeld reageer, aangezien het zo abject is wat Tamarah in Friesland heeft verkondigd?
Tamarah Benima staat midden in de Nederlands Joodse gemeenschap. Haar familiegeschiedenis spreekt boekdelen. Wanneer zij spreekt over de Sjoa, over de nawerking daarvan, over het vergelijken van wat er toen gebeurde en wat zij nu ervaart, dan heeft Tamarah volledig recht van spreken. Haar ‘Sjoa-verhaal’ is haar verhaal. En dat kan van meerderen die zich beschouwen als woordvoerder binnen Joods Nederland niet gezegd worden. Voor hen is het vaak een ‘geleend verhaal’ vanuit de Joodse gemeenschap.
Onvervreemdbaar eigendom
Wat Tamarah nu heeft verkondigd is ver verwijderd van de feiten. Maar ook dan heeft niemand het recht haar het verhaal te ontnemen. Het ‘Sjoa-verhaal’ is het persoonlijk onvervreemdbare eigendom van iedereen die dit deel van Joods Nederland van huis uit heeft meegekregen of heeft moeten verwerken.
Een weerwoord is op zijn plaats. Maar Tamarah Benima ontdoen van haar rechten om haar beleving onder woorden te brengen staat haaks op het recht van overlevenden en hun nazaten van die niet te beschrijven vijf jaren in de geschiedenis van Joods Nederland.
Lody van de Kamp is rabbijn, schrijver en publicist.