In Verdraagzame islam van Henk Haenen staan leven en werk van Tierno Bokar centraal. Bokar is een zogenoemde sage marabout, een wijze koranleraar, die in de jaren twintig en dertig van de vorige eeuw leefde en werkte in het West-Afrikaanse Mali, dat toen een Franse kolonie was. Hij staat in de typische traditie van wijsheidsleraren die de rijkdom van de islam mengen met lokale traditie en daar een eigen mystiek soefikarakter aan geven.
Bokar verwierf faam als leraar. Van heinde en ver trokken leergierige studenten naar zijn domicilie, Bandiagara, om zijn koraninterpretaties te volgen.
Praktische spits
Typerend voor Bokar is dat hij zijn filosofie niet systematisch heeft uitgewerkt noch op schrift heeft gesteld. Bokar is sterk gestempeld door de traditie van mondelinge overdracht, waarin verhalen en sprekende metaforen belangrijke elementen zijn. Zijn filosofie heeft ook duidelijk een praktische spits. Het gaat om het inoefenen van een verdraagzame manier om samen te leven. Zijn leerling, Amadou Hampaté Bâ, heeft gelukkig veel van zijn lessen en uitspraken verzameld en op schrift vastgelegd. Hij is daarmee een belangrijke bron voor Haenen.
Bokar is sterk gestempeld door de traditie van mondelinge overdracht, waarin verhalen en sprekende metaforen belangrijke elementen zijn. Zijn filosofie heeft ook duidelijk een praktische spits
bert altena
Voor Bokar is islam een godsdienst van verdraagzaamheid en barmhartigheid. Hij is wars van gelovigen die ‘aan de letter kleven’, zoals hij de dogmatici noemt. Voor Bokar “is de wijze Rede afgestemd op de menselijke waardigheid (...) Verstand, logica en empathie met de medemens – van ‘verschillende taal en huidskleur’ – zijn voor hem onlosmakelijk met elkaar verbonden” (p. 146). God (Allah) houdt van alle mensen, ook van de ongelovigen, is zijn overtuiging.
Haenen is gespecialiseerd in de Afrikaanse filosofie en publiceerde eerder onder andere over Nelson Mandela en diens Ubuntu-filosofie van verzoening. Met dit boek over Bokar ontsluit hij de wijsheid van een heel andere Afrikaanse stem voor een groter publiek.
Actualiteit
Haenen heeft het in zijn boek echter niet bij een portrettering van deze interessante filosofische stem uit Afrika gelaten. Hij probeert ook een brug te slaan met de actualiteit van vandaag, door de tegenstelling tussen de verdraagzame en de onverdraagzame islam te verhelderen aan de hand van het huidige debat rondom het salafisme.
Daarbij waaiert hij nogal breed uit, waardoor zijn boek aan scherpte verliest en het portret van Tierno Bokar hier en daar uit het zicht raakt. Haenen roert allerlei thema’s en onderwerpen in zijn omvangrijke boek aan, in een poging om Bokars filosofie te actualiseren. Maar helaas werkt het omgekeerd, raak je nogal eens de draad kwijt, en word je als lezer vooral geïnformeerd over wat Haenen vindt van allerlei actuele discussies betreffende het kolonialisme, de politiek van Iran, de vrouwenrechten in Saudi-Arabië en Black Lives Matter. Daarnaast zijn er beschouwingen opgenomen over Hannah Arendt en haar kritiek op totalitaire regimes en over Amos Oz die zich verzette tegen fanatisme.

Deze veelheid leidt eerder af. Minder was hier echt meer geweest. De verdienste van het omvangrijk boek is de verrijkende ervaring die in de ontmoeting met Bokar en diens wijsheid gelegen is. Hij vertolkt een stem die in onze tijd alleen nog maar meer welkom is, met zijn pleidooi voor een houding van verdraagzaamheid, openheid en respect. Want, zoals de auteur zelf opmerkt: “Het is een tragische constatering: juist in dat deel van het Afrikaanse continent waar Tierno Bokar zijn verdraagzame visie op islam uitdroeg zien we in het huidige tijdsgewricht de antipode van zijn zienswijze” (p. 66).