Alles wat ik hieronder ga schrijven staat in het teken van wat een Belgische vriend mij mailde. Zijn niet vrolijk stemmende opsomming van de gevolgen van corona en maatregelen besloot hij met de opwekkende mededeling: ‘Maar eens komt alles weer goed.’ Dat wil ik graag voor ogen houden, ook al doet de huidige situatie mij denken aan toen ik ooit in een file door de St. Gotthardtunnel kroop. Waar blijft het, dat licht?
Drie leermomenten
Misschien kunnen we iets van licht ontwaren in de leermomenten die zich hebben aangediend.
We constateren om te beginnen de enorme verdeeldheid tussen voorstanders van de maatregelen en de tegenstanders. De diep zittende ergernis ook. Daar ben ik echt van geschrokken. Oude vriendschappen en familiebanden komen soms op het spel te staan. Hoe lossen we dat op? Ik heb na diverse columns vooral gemerkt dat het zin heeft om in gesprek te gaan en alles uit te spreken. Ook als het niet correct wordt bevonden. Communiceren, communiceren, communiceren. Als iets onbespreekbaar is, dat is het ergste.
Waar iedereen het inmiddels wel over eens is: dat het virus niet los staat van de wijze waarop wij omgaan met dieren, met name de intensieve veehouderij. Dat het nu dus echt anders zal moeten, onze benadering van dieren en aarde. En daar kunnen we niet alleen de boeren voor op laten draaien. Er zal een essentiële paradigmaverschuiving moeten plaatsvinden.
Het is ook duidelijk geworden waar de schoen het pijnlijkst wringt. Dat is in de tekortschietende capaciteit van de ziekenhuizen en IC’s. Daar ligt het probleem dat een hele samenleving gijzelt. Het blijft vreemd dat we daar in de Tweede Kamer nooit iets over horen. Snel opschalen, zou ik zeggen, zowel opnamecapaciteit als personeel. Er komen vast nog meer virussen aan.
Helderheid van communiceren
Waar de schoen nog meer wringt? In die misleidende en angstaanjagende termen. Zoals ‘coronadoden’. Voor vele zeer kwetsbare ouderen was corona de befaamde laatste druppel. Dat maakt een overlijden niet minder verdrietig. Maar je kunt dan net zo min van ‘coronadode’ spreken als van een ‘longontstekingdode’ of een ‘gebroken heupdode’ of welk ander euvel ook dat ouderen het beslissende zetje geeft.
Waarom wordt daar niet eerlijk over gecommuniceerd?
Hetzelfde geldt voor het toverwoord van deze dagen: besmettingen. De daarmee gepaard gaande getallen vormen een dreigend abstractum waaraan modellen worden ontleend die vervolgens het beleid bepalen.
Wat zeggen die besmettingsaantallen feitelijk? Toch te weinig om een hele samenleving voor plat te leggen? Onlangs waren hier in Zeeland op een dag 125 besmettingen maar, naar bleek, slechts één ziekenhuisopname. Waar hebben we het dan over?
Steun uit onverwachte hoek voor deze kritische benadering komt van Louis Kroes, hoogleraar klinische virologie Leids Universitair Medisch Centrum. Natuurlijk voer ik hem graag op: ‘Juist die cijfers zijn op zichzelf geen goede indicator. Het gaat alleen om de consequenties bij kwetsbare groepen, die ook steeds meer worden beschermd door vaccinatie. Dat het virus rondgaat onder jongeren zegt daar niets over.’ (Het Parool, 7 maart 2021)
De hamvraag
Aantallen, aantallen, aantallen. Van onduidelijke besmettingen met zeer uiteenlopende verschijnselen (waaronder ook onschuldige) en slachtoffers van wie niet is vastgesteld wat nu de werkelijke doodsoorzaak is geweest: eerdere, onderliggende ziektes, verzwakte weerstand, hartfalen, simpelweg ouderdom?
Niettemin houden we, zal men zeggen, nog een respectabel aantal werkelijke slachtoffers over. Zeker. En de zorgen in de ziekenhuizen en op de IC’s, die gaan we niet bagatelliseren. Zeker niet. Daar zullen de media en Kuiper en Gommers als goede belangenvertegenwoordigers ook wel voor zorgen.
Dit brengt ons bij de hamvraag die de splijtzwam veroorzaakt: Hoe hoog mag de prijs zijn die de bescherming tegen het virus vergt?
Wim Jansen
Maar ik ontkom er toch niet aan om er iets tegenover te zetten. Dat zijn de slachtoffers van de maatregelen. Het probleem is dat die niet (kunnen) worden geteld omdat zij zich aan onze waarneming onttrekken.
Viroloog Kroes opnieuw: ‘Naast de groep kwetsbaren die risico lopen door het coronavirus zijn er ook de belangen van miljoenen Nederlanders die risico lopen door de stringente corona-aanpak.’
Dit brengt ons bij de hamvraag die de splijtzwam veroorzaakt: Hoe hoog mag de prijs zijn die de bescherming tegen het virus vergt? Daar lopen de meningen drastisch uiteen.
Prijs
Iemand in mijn omgeving formuleerde het als volgt: ‘Het onmogelijk maken om te leven voor een hele samenleving is simpelweg een te hoge prijs voor een virus dat, hoe je het ook wendt of keert, geen pest is.’
Of, zoals een dame van boven de tachtig me onlangs uit de grond van haar hart toevertrouwde: ‘Zo kan het niet langer. Dan moeten er maar meer ouderen overlijden.’ Ze wilde de prijs van haar ouderdomsjaren graag betalen om haar kleinkinderen een jeugd te gunnen.
Viroloog Kroes: ‘Je gaat ook niet het gemotoriseerd verkeer stilleggen omdat er ieder jaar verkeersdoden vallen.’
Zero risk?
Kroes legt de vinger bij de zwakke plek: het zero riskbeleid. Volgens hem gaat het kabinet uit van ‘extreem sombere scenario’s met ‘grote onzekerheidsmarges’: ‘Het simpele idee is vervolgens: better safe than sorry; ga maar uit van het slechtste geval.’

De alarmerende prognoses van het RIVM over de Britse variant van het coronavirus, die in werkelijkheid minder ingrijpende gevolgen heeft, bevestigen in Kroes’ ogen dat de beleidsmakers en hun adviseurs steeds van dat ongunstigste geval uitgaan.
Maar: ‘Een zero-riskbeleid voor de IC-bezetting is niet realistisch.’
Daaraan kunnen we aflezen hoezeer het beleid van de regering wordt bepaald door angst. De angst namelijk om later afgerekend te worden op een te hoog aantal IC-bezettingen en ‘coronadoden’. Angst die hen blind maakt voor de ongetelde slachtoffers aan de keerzijde van de maatregelen.
Als een tussenbalans ons iets leert is het dat het de mens niet is gegeven om ‘zero risk’ te leven. Acceptatie van risico’s zoals ziekte en dood hoort bij het leven. Die acceptatie vormt juist een aansporing om voluit te leven.
Onlangs zag ik een reportage over ouderen in een verpleeghuis die na lange tijd weer bezoek mochten ontvangen. En opnieuw bleek de wijsheid van die oude zegswijze: Het gaat er niet om dagen toe te voegen aan het leven, maar leven aan de dagen.
Lees ook

Leren omgaan met de dood als vriend
Wim Jansen (1950) is emeritus predikant van onder meer Vrijzinnig Delft en de Vrijzinnige Koorkerkgemeenschap in Middelburg. Meer over zijn boeken, gedichten en zijn beleving van de mystiek op www.wimjansen.nu.