Queeste

Ach wat ik ook
Op deze tocht
Ten grave zocht
Was wind en rook
En wie weet is
Wel nooit geweest
Wat ik het meest
Van alles mis
Maar vroeg of laat
Verschijnt het land
Dat elk verstand
Te boven gaat
Waar ik volmaakt
Opnieuw ontmoet
Wie ik voorgoed
Was kwijtgeraakt

Jean Pierre Rawie (1951), uit: Onmogelijk geluk (uitgeverij Bert Bakker, 1992).

 ‘Toen ik zestien was, begon ik te schrijven met mijn neef Martijn, met wie ik later ook in een Gronings studentenhuis ging wonen. Hij schreef mij een keer dit gedicht, en ik vond het meteen prachtig. Ik kende poëzie alleen maar van de rijmpjes van Annie M.G. Schmidt, maar dit was van een heel ander niveau. Later vroeg ik bundels van Rawie op mijn verjaardag. Voor een gillende vwo-leerling die meestal aan het volleyballen of uitgaan was, was dat iets nieuws. We hebben het gedicht vaak hardop voor elkaar opgezegd, overigens niet altijd heel serieus hoor, ook met een fles wijn in onze mik. Het is ogenschijnlijk simpel, maar er zit veel diepte in.

Wat me destijds vooral intrigeerde, is de zin: wie weet is wel nooit geweest wat ik het meest van alles mis. Ik zag er een soort erkenning van imperfectie in. Misschien miste ik wel iets wat er gewoon niet was, en gold dat voor iedereen. We zijn dan wel geschapen voor het paradijs, maar leven er niet in. De bedoeling met ons was ooit anders. Je kunt daar allerlei verhalen over de zondeval bijhalen, maar dat wou ik maar niet doen; zo ben ik helemaal niet. We leven daardoor wel een beetje onder vreemden, zoals een gedicht van Ida Gerhardt zegt. Hoeveel je ook van iemand houdt, hoe goed je leven ook kan zijn, er zit altijd een rauw kantje aan.

Misschien miste ik wel iets wat er gewoon niet was, en gold dat voor iedereen

Jenneke Welmers

Toen Martijn vier jaar geleden plotseling overleed, kon ik niet om dit gedicht heen. Bij zijn kist was dit de tekst die ik moest uitspreken. Er zit een mooi perspectief in. Zoals je misschien iets zoekt wat er aan het begin niet was, zo kun je ook verlangen naar iets wat na het einde komt. Net als het begin ligt dat land dat vroeg of laat komt buiten jezelf, het gaat zelfs elk verstand te boven. Ik heb daar niet direct een beeld bij, en ga me er ook niet veel gedachten over maken. Ik denk dat mensen die dood zijn, aan Gods ontferming zijn toevertrouwd. Hoe dat eruit ziet weet ik niet, misschien wel heel anders dan wij denken – en eigenlijk hoop ik dat ook. Soms denk ik: gek dat wij zo aan het leven vasthouden, terwijl we helemaal niet weten wat er daarna komt. Ik vind het een mysterie, en laat dat maar zo. Ik denk: het komt wel goed.

Het instituut kerk, met al die gebouwen, is niet erg duurzaam meer. Dat model lijkt een beetje over

Jenneke Welmers

Ik ben overigens helemaal niet zo queesterig als je misschien door de titel van het gedicht zou kunnen denken. Ik ben niet tobberig of heel erg zoekerig. Mijn stap van de bank naar de kerk moet je ook niet zo zien. Ik heb ontslag genomen bij ABN Amro, niet omdat ik vastliep of overspannen was, maar omdat ik iets anders in mijn leven wilde. De bank is een leuke werkgever, maar ik werkte er behoorlijk cognitief en cijfermatig en wilde me meer met maatschappelijk relevante thema’s bezighouden. Ik heb ongeveer een jaar rondgekeken.

Toen een headhunter me vroeg of ik spiritueel was, zei ik: ‘Nou nee, ik dacht meer aan protestant.’ Van ‘spiritueel’ krijg ik een Happinez-gevoel, en daar heb ik niet zo veel mee. Vervolgens noemde hij de Protestantse Kerk Amsterdam en ik zei: ‘Dat gaan we dus niet doen.’ Maar daar heb ik nog eens over nagedacht. Het instituut kerk, met al die gebouwen, is niet erg duurzaam meer. Dat model lijkt een beetje over. Maar de thema’s waar de kerk mee bezig is, zijn helemaal niet over; die zijn über-actueel. Er is in Amsterdam een heel grote groep mensen met die thema’s bezig; ze hebben helemaal geen moeite met God, maar krijgen stress van de kerk. We moeten dus aan de slag. Die zoektocht zie ik wel als een avontuur.”

Jenneke Welmers (Groningen, 1975) is sinds begin 2018 directeur van de Protestantse Kerk Amsterdam. Ze geeft leiding aan het kerkelijk bureau dat de negentien wijkkerken en negen pioniersplekken ten dienste staat. Welmers is psycholoog. Sinds 2000 werkte ze in tal van managementfuncties bij ABN Amro Bank.

U las een artikel uit het rijke archief van religiejournalistiek van Volzin. Dit artikel verscheen in februari 2018 in Volzin.